laatsten nemen dus gemakkelijk in vruchtbaarheid toe, de eersten blijven schraal, niettegenstaande bemesting. Het is nu zeer wenschelijk, dit verschil ook op de geologische kaart aan te brengen, opdat deze ook van rechtstreeksche toepassing op de praktijk zoude zijn. De grondstukken , die op de hoogere soort van terreinen gelegen zijn, hebben natuurlijk geringere geldelijke waarde dan die in de depressies. Hiernevens moeten ook de alluviale afzettingen, zoowel op de hellingen als op den bodem der dalen, worden aangegeven.
Volgens Lapparent, tegenwoordig Frankrijks grootste geoloog, en Risler, schrijver der „Géologie agricole", heeft de verkregene ondervinding met agronomische kaarten geleerd, dat de beste a. k. nog is eene geologische kaart op groote schaal, wegens de zeer groote overeenstemming tusschen de eigenschappen van den ondergrond en de geologische indeeling. De kaart moet den grondslag uitmaken voor scheikundige, landbouwkundige en boschbouwkundige onderzoekingen van spécialisten en niet zoozeer enkel als einduitkomst worden beschouwd. Het personeel van de kaart kan in menig geval goeden raad geven aan den landbouw, ook aan ontginners, industriëelen, enz., zoo ook bij het boren naar water. Hoe wenschelijk dit is, kan ook blijken uit de in België op touw gezette: „Enquête sur les fausses Recherches", door de geologische opname. Deze leverde de verrassende uitkomst, dat eenige 100,000,000 francs verkwist zijn geworden in allerlei ondernemingen, voornamelijk het mijnwezen betreffende, maar ook andere, begonnen zonder voldoende ruggespraak met geologen.
Dit nu is in ons land, uit den aard der zaak, veel minder te bevreezen, maar in geringere mate is het toch ook herhaaldelijk reeds het geval geweest.
In Rusland (gouvernement Nyschni-Novgorod) is men daarentegen in de laatste jaren begonnen met afzonderlijke agronomische of pedologische kaarten te vervaardigen, onder leiding van DokoutchajefT. De gronden worden daarop geclassificeerd volgens de hoeveelheid klei en organische bestanddeelen en die der anorganische bestanddeelen, oplosbaar in heet zoutzuur van io°/0- De fransche geoloog Daubrée is voorstander van deze richting, Zlatarski wil ze ook voor Bulgarije invoeren. Door anderen wordt er evenwel op opmerkzaam gemaakt, dat in een zoo uitgestrekt land als Rusland slechts geologische kaarten op kleine schaal worden uitgevoerd en dat dus hier het stelsel Lapparent-Risler nog in langen tijd niet tot toepassing kan komen. In België en in ons land is men in dit opzicht in eenen geheel anderen toestand.