deele met nieuwe gegevens eene vragenlijst samengesteld, die den 4<leii Januari jl. in eene vergadering der Commissie behandeld, en met enkele wijzigingen en aanvullingen vastgesteld werd; een exemplaar daarvan gaat, ter kennisneming, hiernevens. Die lijst is thans, ten behoeve van het dialect van 118 plaatsen, aan 135 personen verzonden; daarvan zijn er reeds 55 met de antwoorden ingevuld, bij den heer Te Winkel teruggekeerd. Nog voor 68 plaatsen wordt het antwoord ingewacht, terwijl voor 31 plaatsen nog geen correspondent gevonden is. Uit den aard der zaak is het niet gemakkelijk overal personen te vinden, in staat en gezind tot medewerking; en ook wanneer deze is toegezegd, duurt het soms een geruimen tijd voordat het antwoord inkomt, dat bovendien dan nog wel eens niet in alle opzichten afdoende blijkt. Niet zelden ook bleef het verzoek om medewerking geheel en al onbeantwoord. Dientengevolge zijn — hoezeer de Commissie met dankbaarheid erkent van vele personen nauwkeurige en betrouwbare mededeelingen te hebben ontvangen — de bouwstoffen nog niet geheel volledig. Toch kan eerst wanneer uit alle streken voldoende antwoorden ontvangen zijn, gedacht worden aan het verifiëeren der twijfelachtige punten door een onderzoek ter plaatse, ten einde hierbij zooveel mogelijk alle twijfelingen te gelijk op te lossen; daarna kunnen de kaarten definitief geteekend worden.

Wat de inrichting der kaart, of liever der kaarten, betreft, meent de Commissie voor 't overige te mogen verwijzen naar het opstel van Prof. Te Winkel in het Tijdschrift van Uw Genootschap (Jaargang 1895, blz. 51) getiteld: „De taalkaart voor Noord-Nederland", Hier zij alleen vermeld dat de bedoeling is, achtereenvolgens verschillende kleine kaartjes te geven, waarop een klank, een grammatisch verschijnsel, of een of meer woorden over het geheele land worden nagegaan, en eerst daarna te trachten uit die kleinere „klank- of woordkaartjes" eene grootere taalkaart samen te stellen; voorts een toelichtenden tekst aan de kaarten toe te voegen.

Uit deze mededeelingen moge blijken dat de zaak in gang is en dat er gegronde hoop bestaat op geregelde voortzetting en voltooiing binnen een niet al te lang tijdsverloop.

De Commissie voornoemd:

(get.) H. Kern, Voorzitter. ( „ ) J. H. Gallée.

( „ ) J. te Winkel.

April 1895. ( „ ) J. W. Muller, Secretaris.