ter Horst, Uitgever te 's-Gravenhage; W. J. M. Michielsen, Gouverneur van Sumatra's Westkust, te Padang; H. J. Monod de Froideville, Resident van Banka, te Muil tok; O. M. de Munnick, Oud-Gouverneur van Sumatra's Westkust, te 's-Gravenhage; L. P. D. Op ten Noort, Directeur der Stoomvaart-Maatschappij „Nederland" te Amsterdam; Lord Reay, te Londen; L. Roosenburg, Directeur der Meteorologische Inrichting te Amsterdam; A. J. Spaan, Oud-Resident van Soerakarta, te 's-Gravenhage; J. Spanjaard, Schout-bij-Nacht, Inspecteur van het Loodswezen, te 's-Gravenhage; Jhr. J. A. G. van der Staal van Piershil, Adjudant van den Minister van Marine, te 's-Gravenhage; E. H. Stieltjes, Ingenieur te 's-Gravenhage; G. A. Baron Tindal, Directeur van den Kon. West-Ind. Maildienst, te Amsterdam; R. W. J. C. van den Wall Bake, te Amsterdam; Jhr. H. M. van der Wijck, Minister van Marine, te 's-Gravenhage.

Het aantal leden bedroeg, op i Januari 1894, 619. In den loop des jaars vermeerderde het met 52; maar het Genootschap verloor, door overlijden en bedanken, 62 leden, zoodat er op 1 Januari 1895 nog 609 leden waren. In het Bestuur hadden de gewone verwisselingen plaats: voor de aftredende leden, de heeren F. de Bas, Prof. Dr. J. J. M. de Groot, Prof. Dr. C. M. Kan (herkiesbaar), Dr. C. Kerbert, J. Kuyper, Prof. Dr. S. A. Naber, Prof. Dr. P. A. van der Lith en J. JE. C. A. Timmerman (herkiesbaar), werden gekozen de heeren Dr. H. Blink, F. S. A. de Clercq, Prof. Dr. C. M. Kan, Dr. H. van Cappelle, A. A. Beekman, Prof. Dr. P. J. Blok, G. Rosenthal en J. JE. C. A. Timmerman. De heer Rosenthal zag zich, tot leedwezen des Bestuurs, genoodzaakt voor zijne benoeming te bedanken, zoodat er eene vacature in het Bestuur is blijven bestaan.

Eindelijk is het Bestuur, in zijne laatste vergadering van 9 Maart 1895, overgegaan tot de benoeming van de volgende eere- en correspondeerende leden, nadat zulks in de laatste jaren niet had plaats gehad. De leidende denkbeelden bij die benoeming, welke ook voor het vervolg tot richtsnoer zullen dienen, waren : dat het aantal der telken jare te benoemen personen niet groot moet zijn, en dat voor eere-leden in aanmerking zouden komen bekende ontdekkingsreizigers, die over hunne reizen wetenschappelijke werken hebben gepubliceerd, terwijl tot correspondeerende leden geleerden en schrijvers van naam zouden worden benoemd. Ook werden personen van verschillende nationaliteit uitgekozen, nl. voor eere-leden: Dr. H. F. C. ten Kate, L. G. Binger, A. D. Carey,