werkt moet hebben. En toch, al brengt men van ganscher harte hulde aan de geleerdheid en de werkkracht van den schrijver, toch zal men als geograaf een gevoel van teleurstelling moeilijk kunnen onderdrukken. Dit boek geeft veel dat uit een algemeen wetenschappelijk oogpunt, en tevens ook voor een geoloog, van het grootste belang is, maar men houde wel in het oog dat het geschreven is — of althans heet te zijn — voor geografen. En daarmede is ook tevens de klip aangeduid waarop vele werken van Ratzel's Bibliothek Geographischer Handbücher verzeild zijn, zooals Günther's Handbuch der mathematischen Geographie, Drude's Pflanzengeographie, Yon Fritsch's Allgemeine Geologie. Voor een geograaf zijn m. i., wat de zoogenaamde hulpwetenschappen betreft, in de eerste plaats noodig: duidelijke inzichten in de hoofdzaken, en ten andere: het in het licht stellen van die gedeelten, welke uit een geographisch oogpunt het meeste gewicht hebben. Dat spreekt van zelf, zal men wellicht zeggen; ik geef het toe, maar aan die beide, oogenschijnlijk zoo eenvoudige vereischten, wordt toch lang niet altijd in geographische handboeken voldaan. Als voorbeeld van hetgeen ik bedoel wijs ik op Hann's Klimatologie, welk werk eveneens tot de serie van Ratzel's handboeken behoort, maar oneindig beter dan sommige andere aan de vereischten van een geographisch handboek voldoet, terwijl de stof tevens op volkomen wetenschappelijke wijze behandeld wordt.
Men zoude mij geheel verkeerd begrepen hebben indien uit het bovenstaande werd afgeleid, dat ik de bestudeering van Penck's werk aan de geografen wilde ontraden.
Integendeel, laat de meergevorderden (vooral niet de beginnaars) hunne krachten er aan beproeven. Zij zullen er veel uit kunnen leeren. Ook voor het geographisch onderwijs en bij de samenstelling van leerboeken zal Penck's werk met vrucht gebruikt kunnen worden, doch alleen door dengene die eene oordeelkundige keuze weet te doen uit de zeer omvangrijke stof en die er ernstig naar streeft schijn-geleerdheid te vermijden.
De ontdekkingsreizen in de verschillende werelddeelen vormen nog altijd een aantrekkelijk onderwerp van studie voor ieder die de beteekenis van den waarlijk geographischen arbeid onzer dagen niet wil voorbijzien. Daaraan wensch ik nog eenige woorden te wijden in het tweede gedeelte van dit korte overzicht.
ïn weerwil dat er in den loop der laatste dertig ê. veertig jaren op dat gebied zooveel gedaan is, zóó veel zelfs dat het zou kunnen schijnen