naar de Molukken en het daarover reeds verschenen werk wensch ik even uwe aandacht te vestigen. Ook daaruit blijkt de groote belangstelling in het wetenschappelijk onderzoek onzer koloniën, die tegenwoordig ten onzent bestaat, eene belangstelling die aan onze regeering, bij welke de beschikking berust over de geldmiddelen, somtijds, naar mij dunkt, moeielijke oogenblikken moet bezorgen; want velen zijn ijverig in het streven naar de zoo begeerde en zoo noodige subsidie!

In ons land zelf is op eigenlijk geographisch gebied niet veel nieuws te vermelden, maar de omstandigheid dat er bij de Regeering blijkbaar ernstig gedacht wordt aan de bewerking eener nieuwe geologische kaart is zeker van groot belang. Daarover thans nog uit te weiden, na alles wat er door de meest bevoegde deskundigen over gezegd en geschreven is, mag wel ovejrbodig heeten.

En wanneer ik nu den blik richt op hetgeen er buiten Nederland en zijne koloniën is geschied, dan valt mijne aandacht op een herdenkingsfeest, dat zeker door de geheele geographische wereld met belangstelling zal zijn gevolgd. Het is u voorzeker bekend dat de groote Italiaansche geograaf Guido Cora onlangs zijn XXV-jarig jubilaeum als geograaf heeft gevierd. Zijne leerlingen hebben gemeend hem bij die gelegenheid hulde te moeten brengen voor alles wat hij in het belang der geographische wetenschap in Italië gedaan heeft en zij hebben zich ook tot de geographische genootschappen in het buitenland gewend met verzoek om van hunne instemming te doen blijken. Dat is de reden waarom Guido Cora, tot dusver correspondeerend lid van ons Genootschap, onlang tot eerelid is benoemd. En waarlijk, die onderscheiding is wel verdiend. Wilt niij vergunnen u enkele bijzonderheden omtrent Cora's wetenschappelijke Werkzaamheid mede te deelen J).

Reeds in October 1869, d. i. op den leeftijd van nog niet voluit 18 jaren (hij werd geboren in December 1851) begon hij de uitgave in afleveringen van een werk over het kanaal van Suez, dat zeer geprezen werd, o. a. door Petermann, met wien hij kort daarna in Duitschland kennis maakte en die zeer ingenomen was met den jeugdigen geleerde. In de volgende jaren publiceerde hij nog enkele andere geschriften, o. a. over de geographische werkzaamheid der Italianen op Nieuw-Guinea en °ver de opnemingen van Livingstone en Stanley aan het Tanganjika-meer. Maar zijn grootsten roem verwierf hij door de oprichting van het Tijd-

0 Zie zijne levensbeschrijving, met portret, in Deutsche Rundschau für Geographie u"d Statistik X, p. 233.