der goederen zonder eenige douaneformaliteiten plaats hebben, hetgeen zeer bevorderlijk is aan een snelle in- en uitklaring der schepen en aan de ontwikkeling van tal van industrieën in verband met den aard der om te zetten goederen. In dat opzicht verkeeren Hamburg, Bremen, zoowel als Stettin reeds in gunstiger omstandigheden dan de andere Duitsche zeesteden (tolhavens)*).
Door het nieuwe kanaal wordt de zeeweg tusschen Noord- en Oostzee belangrijk verkort voor alle havens op zuidelijker breedte dan Huil gelegen , naar een punt in de Oostzee, 't welk ligt, midden tusschen het tot Rügen behoorende schiereiland Wittow, en Torp aan de Zuid-Zweedsche kust; eene verkorting welke volgens nauwkeurige metingen minstens 236 zeemijlen bedraagt. Dit bedrag wordt nog aanmerkelijk vergroot voor de Oostzeehavens ten westen van genoemde lijn Wittow—Torp, nl. voor Rostock, Lübeck en Kiel. Deze besparing in afstand en tijd stijgt voor Hamburg tot 424,8 zeemijlen of 44,91 uur varens, „ Bremerhafen „ 322,8 „ ,, 32,54 „ „ , „ Emden „ 282,8 „ „ 27,69 „ „ ,
! Amsterdam \
Rotterdam > „ 236,8 ,, ,, 22,12 ,, „ , Antwerpen )
j Duinkerken) (
„ L , „ 23s)8 » » 22>3U » » >■
(Londen |
Voor Huil en de nog noordelijker liggende Britsche havens wordt de wegverkorting minder dan 236 zeemijlen, nl.:
voor Huil 180,8 zeemijlen of 15,32 uur varens,
„ New-Castle 106,8 „ „ 6,36 ,, ,, ,
„ Leith 83,8 „ „ 3>57 » »
Op pag. 18 en 19 van Beseke's werk vindt men behalve een uitvoerig tabellarisch ook een kartografisch overzicht van de aanstaande verkorting van den zeeweg voor verschillende havens; daaruit valt de vermoedelijke verplaatsing van de zeescheepvaart tusschen Noord- en Oostzee, na opening van het kanaal, op te maken 3). Daaruit blijkt dat deze verplaatsing met belangrijk voordeel kan plaats hebben voor het tegenwoordige geheele Oostzee-verkeer, door de Sont, naar de Engelsche havens ten zuiden van Sunderland, naar al de havensteden aan de Fransche, Belgische, Nederlandsche en Duitsche Noordzeekusten en eveneens naar de west- en
1) Ibid. p. 52—54.
2) De aanzienlijkste verkortingen verkrijgen dus de Duitsche Noordzee-havens.
3) Zie daarvoor ook de reeds aangehaalde kaart in Petenn. Mitt. 1886, Taf. 14.