voordeelen voor de groote scheepvaart het duidelijkst in het oog sprin gen zullen volgens vele (niet alle) deskundigen ook de Duitsche kustscheepvaart en de daarmee verwante Duitsche diepzeevisscherij niet onbelangrijk profiteeren van dezen nieuwen, korteren verbindingsweg. Wat de kustscheepvaart betreft, zij opgemerkt dat in de Duitsche Oostzeehavens thans de Engelsche scheepvaart van uit de Noordzee grooter omvang heeft dan de Duitsche. De zeeweg van de noordelijke Engelsche kust naar de Duitsche Oostzeehavens is nl. korter dan die van de Duitsche Noordzeehavens uit. Men mag daarom aannemen dat, wanneer door den nieuwen waterweg, die men als een tweede Baltische monding der Elbe beschouwen kan, de bestaande verhouding der afstanden geheel gewijzigd en de Duitsche Noord- en Oostzeekusten zooveel dichter bij elkaar gebracht worden, zich een geheel nieuw Duitsch Noord-Oostzeever keer zal ontwikkelen , 't welk zijn invloed tot ver in 't binnenland zal doen gevoelen, vooral in verband met het aldaar gegraven of nog te graven nieuw kanalennet'). En dat men ook in handelskringen van dit gevoelen is bewijst o. a. de oprichting van de „Deutsche Küstendampfschiffarts-Gesellschaft".
Maar ook ten opzichte van het wereldhandelsver keer zullen de Oostzeehavens , welke tot dusver daarvan nagenoeg geheel waren uitgesloten, in veel gunstiger omstandigheden komen, en met de Duitsche- en andere Noordzeehavens kunnen wedijveren. Het snellere en goedkoopere vervoer door het kanaal zal in vele opzichten beslissend zijn voor de „konkurrenzfahigkeit van sommige havens. En dat de belanghebbenden zulks duidelijk inzien, daarvoor is Kopenhagen het beste bewijs, welke stad in de eerste plaats een deel van zijn scheepvaartverkeer en handelsbeweging aan de nieuwe verbindingsroute zal moeten afstaan. Met het oog daarop getroost Kopenhagen, gesteund door de Deensche regeering, zich aanzienlijke geldelijke opofferingen (meer dan 20 mill. Mark) voor het aanleggen van eene geheel nieuwe vrijhaven ten N. O. der stad in de Sont, voldoende aan de hooge eischen van het wereldverkeer en van den groothandel 2). Maar ook de Duitsche Oostzeesteden trachten vrijhavens en vrij districten te verkrijgen, waarin dus de behandeling en verzending
0 Zie daarvoor p. 119 en 120. De aldaar gegeven beschouwingen omtrent de toename van den Rijnhandel en de verlegging daarvan naar West-Duitschland door het Öortmund-Eemskanaal, ook in verband met het Noord-Oostzeekanaal, zijn zeker wel ^at te optimistisch.
2) Zie daarvoor de aan het werkje van Sartori, Der Nord-Ostsee-Kanal und die ^eutschen Seehafen, toegevoegde kaart.
17