dere diepte van 't kanaal, de grootere afmetingen der haven- en sluiswerken enz. veroorzaken bovengenoemde buitengewone uitgaven ').

De uitvoering van het werk werd opgedragen aan een daarvoor expresselijk aangestelde „keizerlijke kanaal-commissie" te Kiel.

Volgens het tracé, zooals dat door bovengenoemde wet werd vastgesteld, zou het kanaal een aanvang nemen aan de beneden-Elbe tusschen Brunsbüttel en St. Margarethen, op een punt waar sinds meer dan 100 jaren bij ebbe n êl 13 M. water staat2); van daar ongeveer een noordelijke richting volgen langs het dal van 'triviertje de Burger-Au, het dal van de beneden-Eider bereiken bij Wittenbergen bij K. M. 42 en van hier af samenvallen met de Eider; deze, onder afsnijding van eenige krommingen, volgen tot voorbij Rendsburg; verder evenzoo van het dal der boven-Eider en der boven-Eidermeren gebruik maken, om ten slotte, eveneens onder afsnijding van vele krommingen, langs het oude-Eiderkanaal bij Holtenau de haven van Kiel te bereiken. Bij Wittenbergen zou 't kanaal door eene schutsluis gescheiden worden van de naar de Noordzee stroomende beneden-Eider 3).

Later werd evenwel het middengedeelte van het aldus geprojecteerde kanaal een weinig naar 't zuiden verschoven, zóó, dat niet reeds bij Wittenbergen maar eerst ten Oosten van Rendsburg, bij het Flemhudermeer, de vereeniging van kanaal en rivier door middel van eene schutsluis plaats heeft4), over dien afstand dus evenwijdig loopend met den zuid (linker)oever der Eider 5). Van de bestaande waterverbinding tusschen N. en O. zee, het Eiderkanaal met Eiderrivier, wordt door het nieuwe

1) De bijdrage van Pruisen, 50 mill. M., werd becijferd uit de jaarlij ksche besparing van onkosten, noodig voor het onderhoud van het dan vervallende oude-Eiderkanaal, en verder uit de voordeelen, ontstaande door een verbeterde afwatering van groote stukken gronds, welke thans in dat opzicht in zeer ongunstige omstandigheden verkeeren. — Voor een detail-overzicht der bouwkosten kan verwezen worden naar pag. 22—25 en p. 94, 95.

2) Zie schetskaartje, p. 100.

3) In Peter 111 Mitt.' 1886, p. 289 vindt men een opstel van C. Beseke over het in dezen geest geprojecteerd kanaal, met kaart, taf. 14.

4) Deze nieuwe schutsluis ligt ten noorden van Rendsburg; daardoor wordt het kananl dus gescheiden van den door de getijden wisselenden waterstand der beneden Eider. (Bij Eendsb. 1 M.).

5) Op p. 10 van genoemd werk geeft Beseke een schetskaartje van het kanaal, terwijl bovendien aan het werk is toegevoegd een groote overzichtskaart met dwars- en lengte-profielen en kartons van de havenwerken bij Brunsbüttel en Holtenau.