weelderig gebouwde Officiers-woningen, bureaux, kazernes, cantine,

enz. voldoende tot huisvesting van twee bataillons infanterie en genietroepen.

Blz. 960, r. 12 v. 0. „Overigens gelijkt zij volkomen op meest alle andere regentschaps-hoofdplaatsen".

Deze uitspraak is niet meer juist. Sedert Malang door de vestiging van een sterk garnizoen en de ontwikkeling der particuliere landbouwnijverheid in de omstreken eene belangrijke plaats is geworden, die de hoofdplaats Pasoeroean in levendigheid overtreft.

Ib. r. 7 v. o. „het logement", lees: „twee logementen". Ook ligt aan de aloen-aloen het kerkgebouw. Behalve deze beide logementen bestaan er te Malang tegenwoordig nog twee.

Blz. 961, r. 9 v.b. „eener Societeit". Malang heeft thans twee Societeiten. Blz. 962, r. 13 v. b. „Kepandjan", lees: „Kepandjèn".

Ib. r. 12 v. o. „van den pasanggrahan", moet vervallen, wijl deze niet

meer bestaat. De Kawi is ook van den aloen-aloen uit goed te zien. Blz. 963 , r. 2 v. b. De hier beginnende uitweiding zal moeten worden gewijzigd, daar de topographische kaart van Pasoeroean sedert is verschenen.

Ib. r. 17 v. o. „dan aan zijne westzijde".

Inderdaad zijn sedert verscheidene erfpachts perceelen aan de zuidoostelijke helling voor de particuliere koffiekultuur ontgonnen. Dit schijnt evenwel niet te hebben geleid tot den aanleg van een beteren weg naar den top (waaraan blijkbaar geene behoefte bestaat), althans deze wordt n. f. nog bijna immer van de zijde van Batoe beklommen.

In de „Java-Bode" van 23 November 1892, N°. 270 vlgg. komt echter in de „Schetsen van Oost-Java door Aboe Hassan" de beschrijving voor van een tocht naar den Kawi-top van Malang uit over de dessa's Sengkaleng en Daoe en het erfpachtsland Gangsiran.

Blz. 964, r. 10 v. b. „en Gondang legi, die ten zuiden van de Brantas, de Lesti en de Bambang gelegen zijn".

Juister: „Ten Zuiden van de Brantas en de Lesti en ten Z. O. van de Bambang-rivier" (zie Staatsblad 1878, N°. 345).

Ib. r. 15 v. b. „Djoenga", lees: „DjoenggS".

Ib. r. x v. o. „Plasa-boom".

Deze komt inderdaad in het Pasoeroeansche menigvuldig voor. Blz. 968, r. 12 v. o. „Men schat de hoogte van den pasanggrahan op 880 H 890 M. boven het zeevlak".

Volgens de topographische kaart ligt Batoe op 877 nieter.