vaardigt het, vertrouwen wij, dat in ons Tijdschrift eenige regelen werden gewijd aan den man, die aan zijn werkkring, aan de wetenschap en aan zijn gezin ontrukt werd op een leeftijd, waarop men nog veel van hem meende te mogen verwachten.

Voor hetgeen wij omtrent zijn werkkring en zijne geschriften vermeldden , putten wij slechts uit ons geheugen en uit onze aanteekeningen. Veel, in een eenigszins volledig levensbericht vermeldingswaardigs, bleef ons wellicht onbekend. Maar genoeg meenen wij toch omtrent hem te hebben kunnen mededeelen om te doen beseffen dat de op 53-jarigen leeftijd overleden Dr. T. C. L. Wijnmalen niet te vergeefs heeft geleefd en gewoekerd heeft met de hem geschonken talenten zoolang zijn zwak lichaamsgestel het hem toeliet.

J. K. W. Quarles van Ufford.

Ter Nagedachtenis van Dr. JULIUS JACOBS.

Een telegram uit Batavia van 21 Februari bracht het treurig bericht van het overlijden te Macassar op slechts 53-jarigen leeftijd van den Officier van Gezondheid iste klasse van het Indisch leger Dr. Julius Jacobs, den bekenden schrijver van „Eenigen tijd onder de Baliers", „De Badoij's", van het in het vorig jaar door het Aardrijkskundig Genootschap uitgegeven werk: „Het familie- en kampongleven in GrootAtjeh" (door ons besproken in „De Economist" van Maart 1884, November 1891 en December 1894) en van onderscheiden andere stukken. Zijne laatste pennevrucht welke ons onder de oogen kwam, was zijne wederlegging in den „Nederlandschen Spectator" van 2 Februari jl. van de, ons eerst door zijn antwoord bekend geworden, critiek in dat weekblad van 4 Augustus 1894 door Mr. R. S. Steinmetz over zijn Atjehwerk uitgesproken. Van zijne overige stukken herinneren wij nog slechts aan zijne „Critische beschouwingen over de theorie van Dr. Ploss aangaande de beteekenis van de besnijdenis bij de verschillende volken" in Band 4, 1891, van het „Internationales Archiv für Ethnologie", waarin hij, gelijk reeds in „de Economist" van November 1891, p. 727, werd opgemerkt, tegen de door Wilken beaamde theorie van Ploss opkwam.

De Lombok-expeditie heeft zijn in 1883 verschenen werk over de Baliers weder druk ter sprake doen komen. Maar het langst, gissen wij,