IN MEMORIAM.

Dr. T. C. L. WIJNMALEN.

Dr. T. C. L. Wijnmalen, zoon van een Indisch rechterlijk hoofdambtenaar, geboren te Malang op Java 13 September 1841, overleed te 's Gravenhage 14 Januari 1895, na een langdurig en smartelijk lijden, in den ouderdom van 53 jaren.

Op 17-jarigen leeftijd vertrok hij naar Nederland met het doel zich tot het predikambt voor te bereiden.

Gezondheidsredenen evenwel noopten hem dat voornemen op te geven en na het schrijven eener dissertatie over JSlaise Pascal verkreeg hij te Utrecht den titel van Doctor in de letteren.

Hij zette zich daarop te Leiden neder, waar hij weldra werd benoemd tot Secretaris der Maatschappij van Nederlandsche Letterkunde.

Deze betrekking verwisselde hij in 1869 voor die van onder-bibliothecaris aan de Koninklijke Bibliotheek te 's Gravenhage, waar hij in 1890 den op 2 April van dat jaar overleden Dr. M. F. A. G. Campbell als Bibliothecaris opvolgde. Ruim eene kwart eeuw dus was Wijnmalen aan die zoo rijke, zich steeds uitbreidende Bibliotheek verbonden. Hoezeer hij daar werd gewaardeerd, daarvan getuigen de woorden bij zijne begrafenis op 17 Januari door den onder-bibliothecaris Mr. J. H. D. Kraeutler aan zijne nagedachtenis gewijd.

Vergissen we ons niet, dan is de inrichting eener eigenlijke leeskamer , eenige jaren geleden, iets wat te lang, tot groot ongerief der bezoekers , in onze Bibliotheek had ontbroken, voor een goed deel aan Wijnmalen's bemoeiingen te danken. Maar zeker is het aan hem te danken dat men nu in één vertrek goed tentoongesteld bijeen vindt, de belangrijkste handschriften met miniaturen en oud drukwerk, waaraan de Bibliotheek zoo rijk is. Men zie daarover inzonderheid het door hem uitgebracht „Verslag over den toestand der Kon. Bibliotheek in het jaar 1892', (Landsdrukkerij, 1893) en leze in de overige door hem sedert 1890 uitgebrachte jaarverslagen welke verbeteringen in het bibliotheekbeheer door hem werden aangebracht of voorgesteld.

Wijnmalen beperkte zich niet tot het bibliotheek-beheer, maar was ook in meerdere andere richtingen onvermoeid werkzaam.

Van April 1872 tot kort voor zijn overlijden, dus bijna 23 jaren lang, was hij Secretaris-Bibliothecaris van het „Kon. Instituut voor de Taal-,

10