bestaande uit ééne lange, half ingestorte woning. De Dajaks hier behooren tot deii stam der Ot Danoms (Ot = Oeloe, Danom — Ajer). De Batang Loepars, de Kajans en de Oeloe-Ajers (of Ot Danoms) zijn drie groote Dajaksche stammen, die voor de Wester-afdeeling van Borneo van bijzondere beteekenis zijn, daar zij geen van drieën tot die afdeeling alleen beperkt zijn. Een gedeelte der Batang Loepars woont in Serawak, een gedeelte der Kajans in de Boven-Mahakkam en een gedeelte der Ot Danoms in de Zuider- en Ooster-afdeeling van Borneo. Daardoor onderhouden deze stammen de aanraking en de gemeenschap van de Wester-afdeeling respectievelijk met Serawak, met het BovenMahakkamgebied en met het heuvel- en bergland van Borneo's Zuiderafdeeling. Door de geographische ligging van hun woonplaatsen genoodzaakt telkens heen en weder te reizen van de gebergten, die het stroomgebied van ICapoeas en Melawi van de overige deelen van Borneo scheiden, zijn zij de hechtste bolwerken geworden tegen de gevaarlijke^ zwervende Dajaksche stammen, in 't algemeen wel eens Poenans genoemd, die juist in die gebergten hun schuilplaatsen hebben.
De Ot Danoms hebben voorheen de hellingen bewoond der bergen, die de Wester-afdeeling van de Zuider-afdeeling scheiden, doch herhaalde sneltochten der Poenans hebben hen verspreid, zoodat zij nu gevonden worden deels in den bovenloop van de rivieren, die in de Java-zee uitmonden, deels in dien van de Sei Melawi, deels eindelijkin dien van de Sei Tebaoeng, Sei Soeroek en de Sei Mandei. Zelfs voor leeken op het gebied der ethnographische wetenschap is het hoogst opvallend en interessant te zien, hoe bij dezen verspreiden stam in hoofdzaak wel de gebruiken, de kleeding, de tatoeëering enz. dezelfde zijn gebleven, doch bij iedere woonplaats in de details tal van verschillen vallen op te merken. Dr. Nieuwenhuis maakte reeds de Oeloe-Ajer-dajaks te Nanga Raoen aan de Sei Mandei tot een voorwerp van studie. Zoowel daar, als aan de Tebaoeng, de Melawi en de Samba vond ik deze Ot Danoms steeds vriendelijk en welgezind, hoewel zij in het stroomgebied van de Sei Samba boven Na ') Berahooi nimmer een Europeaan hadden gezien. Een ethnograaf zou buiten kijf bij deze Ot Danoms een veelbelovend arbeidsveld vinden.
Te Toembang Habangooi had ik gelegenheid, voor grof geld een iets ruimere sampan te koopen. Na eenige bergtochten in de omstreken gemaakt te hebben, zette ik op 20 October de reis voort. De Samba is
1) Na = Nanga = Toembang = uitmonding.