bisschop en eene cathedraal te Antananarivo. Ook bevindt zich op die hoofdplaats een katholieken bisschop. De L. M. Soc, heeft 28 missionarissen, de Friendsmission 10, de Anglicanmission 10, de Noordsche lutheranen 26 en de Roomsch Katholieke missie ongeveer 40 priesters en broeders, zoo ook verscheidene liefdezusters.

De L. M. Soc. heeft ongeveer 750 inboorlingen-predikers en 100 evangelisten of inlandsche zendelingen, die in alle richtingen over het eiland verspreid zijn, vele zelfs in heidensche districten. Er zijn ±350000 protestanten en 35 000 Catholieken, terwijl vijf zesde van de eilandbewoners nog heidenen zijn.

Scholen zijn opgericht en overal, waar de invloed van het centraalgouvernement zich kan doen gelden, is het onderwijs verplicht. Alle de zendeling-genootschappen, die op het eiland gevestigd zijn, hebben lagere en hoogere scholen, de laatste voor jongens en meisjes beide. Alleen de leermiddelen worden betaald, het onderwijs is kosteloos. De L. M. Soc. heeft ook eene industrieschool voor handwerkslieden. Hospitalen en geneeskundige scholen zijn ook aan L. M. Soc. en andere missiën verbonden en er bestaan reeds een aantal inlandsche doctoren en chirurgen. Men berekent dat er 1800 scholen zijn met ±170000 kinderen.

De missiën zijn ook, en wel uitsluitend, de boekdrukkers; zij hebben allen eene drukkerij, voornamelijk voor leer- en kerkboeken. Behalve 400 afzonderlijke drukwerken, vindt men er zesmaandelijksche, een driemaandelijksche en drie wekelijksche periodieken, met nu en dan eene officieele courant."

Veel ware er nog ten aanzien der Hova's, van hunne staatsinrichting, wetten, gebruiken enz. mede te deelen, doch onze ruimte laat niet toe daarover uit te weiden. Ook aan de aanteekeningen betreffende de overige volksstammen, die wij thans willen doen volgen, kunnen wij slechts enkele regelen wijden, doch wij zullen trachten, al is het dan ook zeer oppervlakkig, van deze een algemeen denkbeeld te geven.

Vangen wij daartoe aan met de stammen, die zich volledig aan de Hova's hebben onderworpen en het eigenlijke gebied van dezen aan drie zijden: het zuiden, het noorden en het oosten omringen.

In de eerste plaits dan komt de volkrijke stam der Betsileo's in aanmerking. Deze bewoont eveneens het hooge plateau onmiddellijk ten zuiden van zijne overheerschers, in eene landstreek, die het van de vorige in grootte nog eenigszins wint. De bewoners zijn van eene zachte geaardheid, waarvan de Hova's niet weinig misbruik maken. Zij zijn zeer aan hun woonoord gehecht; landbouw is hun hoofdbedrijf en zij zijn buitengewoon