Die eenheid, door middel van engelsche tusschenkomst, in de juiste richting geleid, heeft dien staat tot groote macht gebracht en de opvolgende vorsten en vorstinnen hebben van lieverlede hun gezag over het grootste deel van het eiland uitgebreid.

De Hova's zijn dan ook vol geestkracht en tevens behendig. Vooral in de jongste vijftig jaren zijn hunne onwetendheid, huichelachtigheid, zelfzucht en wreedheid merkbaar verminderd, als onloochenbaar bewijs van den invloed door de europeesche zendelingen uitgeoefend. Overigens konde men hun ook reeds vroeger meerdere goede eigenschappen niet ontzeggen, daar zij als schrander, werkzaam, zuinig en betrekkelijk matig reeds vroeg bekend stonden en daardoor zulk eene groote tegenstelling vormden met de meeste andere eilandbewoners, die, aan dronkenschap verslaafd, een lui en verkwistend leven leiden.

Wat de taal betreft die zij spreken, met betrekkelijk ondergeschikte wijzigingen, bevat zij zeer vele echt maleidsche woorden ') en aangezien die taal bijna over het geheele eiland tegenwoordig verstaan wordt, kan men haar ook met recht de lingua franco, van Madagaskar noemen.

Audebert zegt, dat de Hova's in drie klassen worden verdeeld: de adel, de gewone Hova's en de slaven, die goed worden behandeld.

Vóór de invoering van den christelijken godsdienst waren een twaalftal heilige heuvelen voor de openbare gebeden bestemd en er zijn ook meer aanwijzigingen gevonden, die aan een zuiveren natuurgodsdienst doen denken.

Het Hova-volk houdt zich onledig met landbouw, veeteelt en tuinbouw; de dorpen zijn veelal op heuvels gelegen en omwald.

De industrieele bekwaamheid, die weleer op geen al te hoogen trap stond, is vooral door den invloed van fransche deskundigen — vooral op bouwkundig en fabriekmatig gebied — met groote schreden vooruitgegaan.

Al moge de hooge vlakte, die de Hova's bewonen, ten deele minder vruchtbaar worden genoemd, zoo ziet men toch overal waar water gebracht kan worden alom natte rijstvelden, o. a. op de zeer groote vlakte, die den naam „Betsimitatatra" draagt en die weleer een meer of moeras zou zijn geweest.

Ook maïs, manioc, pataten, suikerriet en katoen worden geteeld en bijzonder in de nabijheid der hoofdplaats vindt men warmoezerijen en boomgaarden, waarin tropische en subtropische vruchtboomen tieren. Nog

1) Wijlen de geleerde Neubronner van der Tuuk gaf van die taal: The outlines of a grammar.