uit het hooge zuidelijk deel van het centraal plateau komt, is belangrijk; de beide andere komen uit het minder hooge terrein in het zuiden. Geheel uit het verre zuiden komt de Manapitena, die op 24° 30' Z. B. den Oceaan bereikt.
Op de zuidkust kent men het bestaan van een paar rivieren: de meest oostelijke, de Mandrare, moet van eenig belang zijn, doch is tot dusverre nog alleen bij hare bovenarmen verkend. De andere, die Manambove heet, is nog geheel onbekend.
Tot de oostkust genaderd, ontmoet men, van het zuiden af aan beginnende, het eerst de belangrijke, in de baai van St. Augustijn uitwaterende, Onilahy met zeer langen loop. Bij deze en een paar daaropvolgende rivieren zijn de gedeelten nabij de monding en verder de bovenloop in hoofdtrekken bekend; althans met meerdere of mindere nauwkeurigheid verkend. Bij den middenloop is zulks tot dusverre het geval niet of slechts in zeer geringe mate. Van de Onilahy weet men met vrij groote zekerheid, dat zij op ongeveer gelijke breedte ontspringt als die op welke hare monding ligt; terreintoestanden — alweder een lengtedal — maken evenwel, dat hij eerst ongeveer een vollen breedtegraad noordwaarts moet stroomen, eer hij, na zich met andere uit het oosten en noorden komende takken te hebben vereenigd, eene zuidoostwaartsche richting kan aannemen, om ten slotte recht oostwaarts de zee te bereiken. Kan men reeds deze rivier eene vrij belangrijke noemen, de beide naar het noorden daaropvolgende: de Mangoky en de Tsiribihina zijn dit stellig in geen mindere mate en deze zijn wel de voornaamste, die op de westkust uitwateren. Zij worden daarin enkel geëvenaard, zoo niet overtroffen , door de Betsiboka op de noordwestkust. Alle drie hebben een zeer uitgestrekt gebied.
Een viertal hoofdarmen, die in allerlei richtingen het, met zooveel bergen bezette, hoogland doorkruisen en zich ongeveer ter halver lengte van zijnen loop vereenigen, vormen de Mangoky. Gelijk reeds gezegd werd, is die in zijn middenloop nog zoo weinig bekend. Met een aanzienlijke delta valt deze rivier tusschen den 2isten—22sten breedtegraad in de straat van Mozambique. Is bij deze rivier nog bijna niets bekend, hoe het gesteld is met haren overgang van uit het hoogland naar de plotseling zooveel lager wordende terreinen; bij de Tsiribihina is daarover eenig meer licht verspreid; vooral door den Rev. Nilsen Lund. Dit riviergebied is van de hiervóór besprokene door de reeds genoemde Tremoketen gescheiden. Hooger vermeldden wij ook reeds dat bij het doorlaten der uit het gebergte komende armen, die deze rivier vormen,.