Everett gevonden te Lombok, Borneo. Van beide slakken wordt de anatomie van de voorttelingsorganen gegeven.

Paul Sarasin und Fritz Sarasin. Die Süsswasser-Mollusken von Celebes. 4°. Mit 13 Tafeln in Heliogravure und Lithographie. Wiesbaden, C. W. Kreidel's Verlag, 1898, bl. 104.

Dit werk belooft zeer belangrijk te zullen worden; het vormt het eerste deel van „Materialien zur Naturgeschichte der Insel Celebes''. Het tweede deel zal de Landslakken behandelen, terwijl het derde gewijd zal zijn aan de Geologie van dat merkwaardige eiland; tevens zal daarbij de aandacht geschonken worden aan de geographische verspreiding der Mollusken en van andere dieren, mogelijk ook van planten. Op een paar na zijn de platen photolithographiën, die evenwel duidelijker hadden kunnen zijn. De photographiën van dierlijke restes, die met het vergrootglas bestudeerd moeten worden, bieden het groote voordeel boven de meest nauwkeurige teekeningen, dat zij evenals de voorwerpen zelve bij vergrooting alle détails duidelijk doen te voorschijn komen. Een eenvoudig doch in alle opzichten voldoend kaartje geeft de plaatsen aan, waar de gebroeders Sarasin of andere natuuronderzoekers Zoetwater-Mollusken gevonden hebben, te weten: de meeren Tondano, Limbotto, Posso, Matunna, Towuti, Lura, Sidenreng en Tempe met nabijgelegene vindplaatsen.

Behandeld worden de verschillende families in de volgende orde: P r 0 s obr anc hia, Melaniidae, Melania met 26 soorten en variëteiten, Tylomelania met 3 soorten en ééne variëteit; Paludinidae, Vivipara met 7 soorten en variëteiten; Ampullariidae, Ampullaria met 2 soorten; Neritidae, Neritina met 8 soorten, Septaria met 3 soorten. Pultnonata, Limnaeidae, Miratesta met 3 variëteiten, Isodora met 4 soorten, Protancylus met 2 soorten, Planorbis met ééne soort, Limnaea met eene soort. Lamellibranchiata,Batissa met ééne variëteit en Corbula met 2 soorten. Een aantal nieuwe soorten worden hier beschreven en een 3-tal nieuwe geslachten, nml. Tylomelania, Miratesta en Protancylus. Er valt op dit gebied voor latere natuurvorschers nog genoeg te doen, daar de gebroeders Sarasin door inboorlingen lastig gevallen meestal korten tijd op een zelfde plaats konden vertoeven. Zij verhalen, dat het Posso-meer vóór hen door geen Europeaan van de zuidzijde bezocht was, dat dit meer 500 meters boven het zee-niveau ligt, lang 35 kilometer, breed 15 kilometer en in het midden meer dan 312 meters diep. De Matunna- en Towuti-meren zijn vóór hen nimmer bezocht geworden, zoodat op de nieuwste kaarten zelfs een hooge berg staat aangegeven op de plaats waar zich het Towuti-meer uitstrekt; dit heeft eene lengte van 50, eene