Louisiaden gevonden door Meek. Ofschoon deze localiteit eigenlijk buiten het kader van deze overzichten valt, zoo heb ik gemeend de zooiogen een dienst te doen met ze toch op te geven, aangezien de Phalang-er-groep bijna uitsluitend Buideldieren uit het Oosten van onzen Archipel bevat.

Oldfield Thomas. On some new Phalangers of the genus Pseudochirus. (Annali del Museo Civico di Storia naturale di Genova. Serie 2a, vol. XVIII (XXXVIII), bl. 142—146).

Bevat de beschrijving van een nieuw Buideldier door Dr. Loria gevangen in Engelsch Nieuw Guinea, benevens twee uit het Britsch Museum, die daar gekomen waren na publicatie van zijn Catalogus der Buideldieren. Pseudochirus corinnae van de Vanapa-bergen , P. albertisii coronatus eene nieuwe ondersoort van het Arfak-gebergte 2000 meters hoog en P. cupreus van het Owen Stanley-gebergte. Alle drie komen zéér nabij P. albertisii.

A. B. Meyer and L. W. Wiglesworth. The Birds of Celebes and the neighbouring Islands. (Berlin, Friedlilnder und Sohn, 1898. Two volumes, 40. Introduction 130 pages, systematic part 962 pages; with 42 coloured and three uncoloured plates and 7 coloured Maps).

Deze reuzenarbeid getuigt van diepe studie gepaard aan uitgebreide kennis van de te verwerken stof, en mag dan ook gerustelijk genoemd worden als onder het uitnemendste ooit op dit gebied verschenen.

Dit werk doorziende, zoude men werkelijk gaan denken, dat we al heel wat van de Avifauna van Celebes weten, dat we zoowat een afgerond geheel voor ons zien. En toch is het een feit, dat we pas beginnen een kijk op dat merkwaardige eiland te krijgen, dat er ontzachlijk veel nieuws, groote verrassingen te wachten zijn, wanneer maar eens de bergen worden beklommen, adres aan hetgeen het onderzoek der bergen op de Philippijnen aan den dag gebracht heeft. Deze „Celebes-vogels" moeten dan ook worden aangemerkt als een standaardwerk voor Zooiogen, die later materiaal uit de onbekende streken tot hunne beschikking zullen hebben. Want niet alleen is het werk der heeren Meyer en Wiglesworth van overwegend belang voor den Ornitholoog, men behoeft de „Introduction" slechts te studeeren om de overtuiging te erlangen, dat hier ook een heldere bron om uit te putten voor den Zooioog in het algemeen geopend is.

De „Introduction" is aldus ingedeeld:

1. Travel and Literature. Hier worden achtereenvolgens behandeld alle naturalisten en verzamelaars van af het jaar 1793, met toevoeging