Catalogus en is het verder zoeken, derhalve tot een tamelijk klein aantal kaarten titels beperkt.
De nis 417 en 480 op bladz. 8 en de nrs 360 en 386 op bladz. 24 behooren naar dezerzijdsche meening onder de rubriek XXII (Militaire kaarten, enz.).
De kaarten betreffende Billiton (Blitoeng) en Bangka, die thans in rubriek III zijn opgenomen, zouden meer eigenaardig vereenigd zijn in de rubriek VIII te zamen met die van den Riouw- en Lingga-archipel.
Velen der Residentiekaarten van Java waren beter vereenigd onder één hoofd: „Topographische kaarten op de schaal 1:100000 van de Residentien op Java" en dan verder in staat of lijst, met behulp van eenige kolommen voor de verdere bijzonderheden gespecificeerd; voor de kaarten der hoofdplaatsen geldt ongeveer dezelfde opmerking.
Sommige titels van zeekaarten zijn wel wat heel lang en waren in den Catalogus te bekorten.
De verzameling kaarten is niet uitgebreid en ook niet volledig; wèl zijn bijv. aanwezig, de detailkaarten van de Residentie Bantam, maar niet van de andere Residentien van Java, waarvan detailkaarten bestaan.
Toch is er heel wat kaarten materiaal om te raadplegen.
De Catalogus is met overleg en oordeelkundig samengesteld; met verlangen ziet men te gemoet, van de hand van denzelfden bewerker den thans in voorbereiding zijnden Catalogus der boekwerken, toebehoorende aan de beide hoogergenoemde wetenschappelijke instellingen, wier collectie vooral aan werken betrekking hebbende op Indië buitengewoon groot en belangrijk moet zijn.
B.
J. P. van der Stok , Ph. D., director of the meteorological and magnetical observatory. Wind and weather, currents, tides and tidal streams in the East Indian Archipelago. Published by order of the Government of Netherland's India. Batavia, 1897. 6, 2iobl. 40. ƒ21,25.
Het doel van deze publicatie is tweeledig. Zij moet i° beschouwd worden als een wetenschappelijke bijdrage tot de Natuurkundige Aardrijkskunde van den Oostindischen Archipel en 20 als een praktische gids voor al degenen, die behoefte hebben aan inlichtingen omtrent wind, weder en zeestroomen. Het werk is verdeeld in 3 deelen: het eerste handelt uitsluitend over waarnemingen, gedaan aan boord van schepen; het tweede bevat de resultaten van waarnemingen omtrent wind en regenval op kustplaatsen en in enkele meer landwaarts-ingelegen stations, terwijl het derde hoofdstuk de getijden en de getijstroomen behandeld.
De data, waarvan in het eerste deel gebruik zijn gemaakt, zijn ontleend