en navorschers van koloniale aangelegenheden en onderwerpen vooral, van onschatbaar nut kan worden.

De besproken catalogus is tegen den prijs van ƒ6,— te bekomen bij de Firma Martinus Nijhoff te 's Gravenhage.

Catalogus der Land- en Zeekaarten, toebehoorende aan het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde van Nederlandsch Indië. 's Gravenhage, Martinus Nijhoff, 1898.

In dezen Catalogus, uitgegeven door bovenvermeld Instituut en samengesteld door den Heer G. P. Rouffaer, zijn ook opgenomen de kaarten toebehoorende aan het Indisch Genootschap. De collectie is gesplitst in tw'ie hoofdgroepen, de land- en de zeekaarten; de eerste groep is verdeeld in twee en dertig, de tweede groep in dertien rubrieken.

Voor de keuze der rubrieken, betrekking hebbende op de landkaarten, heeft men zich voor een deel gehouden aan de eilanden of gedeelten van eilanden, voor een ander deel aan de schaal of aan de soort der kaarten; zoo bevat bijv. rubriek II „kaarten van Java in zijn geheel genomen" en de rubrieken XII en XIII de Residentiekaarten van Java, respectievelijk op de schalen 1: 100 000 en 1:250000; zoo is de rubriek IX geheel bezet door kaarten betreffende Atjeh, en rubriek X door die betreffende Sumatra's Oostkust. Voorts vormen de geologische kaarten een afzonderlijke afdeeling; evenzoo de militaire- en étappekaarten met afstandwijzers.

Voor de kaarten van landstreken, geen deel uitmakende van de Nederlandsche Koloniën zijn zes rubrieken genomen. De twee laatste afdeelingen , nl. XXXI en XXXII bevatten respectievelijk „Catalogi betreffende kaartenuitgaven" en „Kartografische Indices en beschouwingen over Landkaarten", welke boekwerken evenzeer zullen worden opgenomen in den, in voorbereiding zijnden, Catalogus der boeken van het Koninklijk Instituut en het Indisch Genootschap.

De opneming ook in dezen kaartencatalogus, dezer speciaal op kaarten betrekking hebbende boekwerken wordt zeer oordeelkundig en practisch geacht.

Voor de keuze der rubrieken betrekking hebbende op de zeekaarten heeft men zich gehouden aan de eilanden en de eilandengroepen; oudere zeekaarten en atlassen uit de 17de en de i8,le eeuw zijn echter gescheiden van de nieuwere. Zoo is er ook een afdeeling, bevattende „Algemeene en meteorologische gegevens en kaarten voor de Groote Vaart'', terwijl de laatste afdeeling inhoudt: „Gegevens en Beschouwingen omtrent zeekaarten en zeevaart".

Door het raadplegen van de inhoudsopgave is men bij het zoeken naar een bepaalde kaart spoedig aangewezen op een der vele rubrieken van den