gemeenteleden bedraagt 1385, dat der catechisanten 1314, dat der scholieren 367. Aan de oostkust van het eiland wonen reeds bijna uitsluitend Christenen, aan de westkust is het bekeeringswerk in vollen gang. Een nieuw Seminarium verschaft Inlandsche helpers. — In Zuidoost-Borneo is het aantal Christen-Inlanders 1714; daar hebben de zendelingen veel van het klimaat te lijden.
In het geheel beschikt de Rheinische Mission over 69 zendelingen onder wie 11 vrouwelijke, benevens 242 bezoldigde en 722 onbezoldigde Inlandsche helpers; hare gemeenten tellen te zamen 42 000 leden.
Die Neukirchner Mission heeft in Samarang en Rembang 4zendelingen en 19 helpers, die veel werk hebben, de zeer verspreide kudde bijeen te houden.
Afzonderlijke vermelding verdient nog de zending op de Sangi- en Talaut-eilanden. Volgens de overlevering werden de bewoners dezer afgelegen eilandengroepen in de 15de eeuw voor een deel tot den Islam gedwongen. Daarna werden zij in de 16Je eeuw door de Spanjaarden en Portugeezen tot de Roomsch-Katholieke kerk, in de 17de eeuw door de Hollanders tot de Hervormde kerk overgehaald. Eerst in onzen tijd heeft men zich weer met hen bemoeid; in 1887 werd een afzonderlijk comité voor deze eilanden opgericht. Het zond Duitsche zendelingen, die veel bekeerlingen maakten. Een 6-tal zonen van deze werken er thans, met eenen Nederlander, met evenveel goeden uitslag. Ze volgen het zoogenaamde „anak pi ara" (pelihara = hoede, bescherming) of moeridsysteem, d. i. de zendelingen roepen jongens tot zich, die bij hen in dienst zijn en tegelijk onderricht ontvangen, om later als helpers zendingswerk te verrichten. Te Oeloe, op Siau, is ook een klein seminarium, en tevens zijn er reeds eenigen naar de school te Depok gezonden. Het aantal Inlandsche Christenen bedraagt er 2442, van welke bijna de helft op Groot-Sangi; op de scholen der zendelingen waren einde '96 4318 leerlingen.
R. Schuiling.