werk begonnen; hoe hij ook aan de wetenschap zijne diensten bewijst, leert zijne opsporing van het Lindoe-meer (zie dit Tijdschrift, 1898, n°. 1, p. 46).

In Oost-Java hebben de Inlandsche Christenen, gedeeltelijk op aandringen der zendelingen, eigen dorpen aangelegd, wijl anders ook over hen naar den Koran recht zou worden gesproken. Daardoor zijn ze geïsoleerd. Om echter de Mohamedaansche Inlanders te trekken, is te Modjowarno een hospitaal opgericht.

Nog heeft genoemd genootschap eenen zendeling op Savoe en eenen in Deli.

De Nederlandsche Zendingverecni^inf is eveneens gevestigd te Rotterdam; ze werkt sedert 1863 vooral in de Soenda-landen van West-Java. Einde '97 had ze 9 zendelingen in haren dienst, geholpen door 27 Inlandsche helpers; het aantal gemeenteleden bedroeg 1464, dat der leerlingen 558 (waaronder 153 meisjes, wat merkwaardig is, daar in de Mohamedaansche scholen alleen de jongens onderwijs ontvangen, en het daardoor zeer moeilijk is, meisjes voor het onderwijs te winnen). Echter zijn de genoemde leden grootendeels bekeerde Chineezen; eerst thans beginnen de Soendaneezen te volgen.

De Utrechtsche Zendingvereeniging, opgericht in 1859, werkt op Nieuw-Guinea, Halmaheira en Boeroe. Op eerstgenoemd eiland vindt men op 5 stations 7 zendelingen en de gemeenten tellen er te zamen 311 leden; het aantal leerlingen op de scholen neemt ook hier, vooral sedert de Regeering vrijgeviger is met de subsidien, sterk toe; de vestiging van ons bestuur op Nieuw-Guinea en de opneming in den regelmatigen stoombootdienst zullen ook zeker de zending ten goede komen. Op Halmaheira zijn slechts 136 Inlandsche Christenen in de gemeente te Durna; eene tweede is verder noordwaarts gesticht. Op Boeroe zijn daarentegen reeds 1710 leden en 307 scholieren.

De zending der Gereformeerde kerken in Nederland heeft van hare grootsche plannen, in 1896 te Middelburg ontworpen, nog niet veel uitgevoerd. Hare drie zendelingen, voortaan „bedienaren des woords" geheeten, arbeiden op Java en Soemba. Te Soerabaja heeft ze eene bloeiende school (100 leerlingen).

Het Java-Comité, gevestigd te Amsterdam, werkte in den beginne alleen in Batavia, thans ook onder de Madoereezen van Oost-Java, waar gemeenten zijn te Soemberpakem en Bondowoso, en onder de Bataks (in Angkola), waar het comité dus concurrent van het Rijnsche Zendinggenootschap is geworden.

Het Java-Comité staat in verbinding met het Genootschap van In- en Uitwendige Zending te Batavia, onder welks beheer het Seminarie