de lijn, die bij Bell in ten westen van den Marowijnemond de kust snijdt, bij Hart si nek zich naar het oosten voortzet tot aan de rivier Sinamarie. Op deze kaart komt de naam Caribania weer te voorschijn : „Guiana Caribania
of de Wilde Kust".
In 1772 verscheen een Engelsche uitgave van dAnville's kaart, waarop de aanteekening omtrent een ten zuiden van de grenslijn gelegen bergketen vervangen is door de afbeelding van een gebergte, waarbij deze aanteekening: „A long Ridge of Mountains East and West seen by Mr. de la Condamine in his voyage down the
Amazon in 1743 31)-
Op de groote kaart van Zuid Amerika in 1775 te Madrid uitgegeven door Juan de la Cruz Cano y Olmedüla vind ik voor het eerst melding gemaakt van de „Siërra de Tumucuraquë\ die hier aangegeven is als een deel van de grens van Suriname. Humboldt verklaart op blz. 24 van zijn bovengenoemd geschrift dat deze kaart voor een deel naar onbetrouwbare gegevens bewerkt is en noemt haar daarna „das Muster aller Karten des mittaglichen Amerika, welche zu Ende des vorigen Jahrhunderts in England, Frankreich und Deutschland erschienen sind". Met zijne opvatting dat de zuidelijke grens samenviel met het Tumuc-Humacgebergte, al plaatste hij dit ook te noordelijk, is Juan de la Cruz dichter bij de tegenwoordig meest algemeene zienswijze geweest dan zijne navolgers, die deze grens weer losmaakten van het gebergte.
Als N°. 77 van den atlas voor de „Tribunal of Arbitration" — zie aanteekening 28 hierachter is eene reproductie gegeven van eene manuscriptkaart van Spaansch Guiana door Manuel Antonio Flores in 1777 geteekend en berustende in het algemeen Indisch archief te