op de tallooze andere uitgaven die van deze kaart bestaan , is de grenslijn naar het noorden verplaatst en loopt nu over een gebergte dat op ± 4° N. B. gelegen is. De kaart is vermeerderd en verbeterd „suivant les dernières relations". Te oordeelen naar den stroomloop die aan de Marowijne29) is toegedacht, moeten deze, althans voor Guiana, niet zeer betrouwbaar zijn geweest. (Zie de kaart hierachter).
Bij Charter van 2 Juni 1662 werden Lord Willougby en Lawrence Hide door Karei II van Engeland begiftigd met de landstreek „called Serrinam also Surrinam lying in breath East and West one English Mile next beyond the Westerly Banks of the River of Copenam and Easterly one Mile from or beyond the River Marawyne conteininge from East to West torty Leagues or there abouts and extendinge from the maine Ocean or Sea called the North Sea southward up into the Land to the Heads or Springs of the said River and from thence by direct Lines unto the mayne Ocean called the South Sea", enz.
Zijn de bewoordingen van den giftbrief door Hartsinck, in het tweede deel van zijn werk, waaraan ik ze ontleen, juist weergegeven, dan zou „the said River op de Marowijne kunnen slaan en de bronnen dezer rivier het punt van uitgang zijn van de zuidelijke grenslijn, die, naar de bedoeling schijnt te wezen, verder langs de parallel zou loopen 30).
De cartografen namen van deze grensaanduiding geen notitie, wellicht omdat het Charter slechts van zeer korten duur was.
Delisie teekent op zijne kaart van het noordelijk deel van Zuid-Amerika, in 1703 te Parijs uitgegeven, geen grenslijn tusschen Spaansch Guiana en de toenmalige