van de breedte daarvan had en onmogelijk de lengte kon hebben die Schomburgk haar had toegekend.
Dat Schomburgk, de rivier afvarende, de monding van de „New River \ die achter een groot aantal eilanden en watervallen — door hem „die Falie und Stromschnellen der tausend Insein" genoemd — in de Corantijn valt, voorbijgevaren kan hebben is aan te nemen-, maar het is moeilijk te gelooven dat hij de breedte van eene rivier zesmaal te groot zou hebben aangegeven, hoewel tevens opgemerkt moet worden dat hij de Pani niet heeft geëxploreerd. Zonder twijfel heeft men hier te doen met een vraagstuk, dat nader onderzoek vereischt. Niet onmogelijk is het dat de New River van Brown en de Pani van Schomburgk op de eene of andere wijze zullen blijken een en dezelfde rivier te zijn *4) en dat het riviertje, door Brown als de Pani beschreven, door Schomburgk over het hoofd is gezien. (Zie de kaarten hierachter).
Brown onderzocht zoowel de New River als de Curuni, die voor de verlenging van de Corantijn werd gehouden.
On the 20th — zoo verhaalt hij — we arrived
at the junction of the main channel of this, and the small channels of the new river, and measured its width and depth, finding it to be 138 yards wide with depths across varying from 8 to 28 feet. On reaching the main channel of the new river we found it to be 272 yards wide, having a depth from west to east varying from 6 to 30 feet. From these measurements it will be seen, that the new river is fully twice the size of what has hitherto been regarded as the Corantyne river, but which really is only a branch". S5)
De New River, die in breedte, diepte en lengte den anderen tak overtreft en ook geacht moet worden meer