namen en op deeze kaart gebragt door den Major von Bouchenr'óder ', 1802, te Amsterdam bij Mortier Covens en zoon, de tweede getiteld „Kaart van de Colonie de Berbice als meede van de Riv. Corantijn met deszelfs Oostzeekust en de riv. de Nickerie geleegen in Bat* Guiana in America. Gedeeltelijk gemeeten door de landmeeters C. Rulach van Surinamen en J. H. Widenman van Berbice en door eerstgenoemden op deeze kaart gebragt , 1804. Op beide kaarten zijn langs den rechteroever van de Corantijn de woorden „Grensscheiding van Suriname' en langs den linkeroever „Grensscheiding van Berbice afgedrukt.

Op de bovengenoemde in 1810 te Londen op nieuw uitgegeven kaart van Heneman vindt men deze aanteekening: „West Boundary of the Colony of Surinam. The Tract of Land (lying between the former West-Boundary of the Colony of Surinam) from the Devil s Creek to the West Bank of the Riv er Courantin was finally settled in 1799 by the Governors Frederici and von Battenburg, as belonging to the Colony of Berbice; and that the River Courantin should thereafter be considered as the true Boundary betwixt the Colonies of Surinam and Berbice

Bestond reeds in het begin dezer eeuw de opvatting dat de Corantijn tot Suriname behoorde dan zou Engeland, bij de conventie van 13 Augustus 1814 — waarbij overeengekomen werd dat deze kolonie aan Nederland zou worden teruggegeven, maar Berbice Engelsch zou blijven — wel niet verzuimd hebben een voor Berbice

gunstiger grens te bedingen.

Robert Schomburgk schreef in zijn zooeven aangehaald werkje: „The river Corentyn, or Courantin, forms the boundary between the Dutch and British possessions , zonder iets daarbij te voegen omtrent het bezit van de rivier.