deren langs grillig gebochte geulen, door koraal begrensd en in vroeger jaren bood het dan ook aan zeeroovers een veilige schuilplaats. Wordt er al niet meer geroofd in den tegenwoordigen tijd, toch deed een bezoek aan een der drie kampongs van het eiland zien dat menig gestrand vaartuig hier voordeel bracht, want in elke woning vindt men scheepsmeubilair en andere voorwerpen van schepen afkomstig, zelfs is menig huis voor een deel uit wrakhout opgebouwd.
De bevolking, die uit ongeveer 900 zielen bestaat, voedt zich hoofdzakelijk met sagoe en vruchten van den broodboom , soekoen, Artocarpus incisa, die in grooten getale op het eiland voorkomt.
In ruil voor de opbrengst van zeeprodukten wordt een kleine hoeveelheid rijst aangevoerd, die er 55 a 6 dollar het pikol kost.
Ons bezoek gold voornamelijk het bestuurshoofd, den datoeq Maharadja Lella Mohamad Taib, aan wien we een kostbaren zilveren beker met toepasselijk inschrift hadden uit te reiken, hem geschonken door het Gouvernement der Vereenigde Staten van Noord Amerika, als belooning voor de krachtige en liefderijke hulp door hem en zijn volk verleend aan de schipbreukelingen van een Amerikaansch handelsvaartuig, dat op de klippen bij Sematoeng was uiteengeslagen.
Bijzonder ingenomen was onze datoeq niet met het geschenk, dat bij zijn huisraad paste als een vlag op een modderschuit; een flinke zak rijksdaalders zou hem zeker heel wat meer welkom zijn geweest.
Tien uur stoomens bracht ons met bijna zuidelijken koers voor Sedanau, waar Radja Machmoed en de zijnen afscheid van ons namen om naar kampong Genteng terug te keeren. Onze koers lag verder zuidwaarts naar het eiland Midai, het eenige land dat, iets noordelijker dan het mid-