De prijzen van de sampan këtoek en djoehoe varieeren van $ 20 tot $ 50, die van de prahoe belepas en van de grootere handelsprauwen, prahoe dagang, van $ 100 tot I 600.

Eene wandeling langs het strand met het doel om vlinders en kevers te verzamelen, leverde weinig op. Het krielde in de struiken van karangga's, Camponotus gigas, groote roode mieren, wier beet zeer pijnlijk is.

Wij gingen nu Boengoeran verlaten, daarvan medenemende vooreerst de aangenaamste herinnering aan onze tochtjes door het binnenland, en verder een aantal gegevens, de resultaten van onze eigen opmerkingen, of door mededeeling van inlanders verkregen; uit deze aanteekeningen kon ook worden samengesteld de bij dit opstel gevoegde schetskaart op 1 : 200 000. (Zie kaart n°. VII) en een kaart van het eiland Sedanau op tweemaal grooter schaal. Aan die kaarten ontbreekt echter nog zooveel, dat wij van ganscher harte hopen dat onze opvolgers van de hun telken jare geboden gelegenheid ijverig gebruik zullen maken om ze aan te vullen en te verbeteren.

Naar het noorden werd koers gezet voor een bezoek aan de uit zes eilanden, meerendeels slechts klippen, bestaande Noord Natoena eilanden, die de inlanders naar het hoofdeiland Poelau Laoet noemen. Het woei stevig uit het westen en er viel een dichte regen, waarom dubbel voorzichtig moest worden gestoomd in dit weinig bekende, zeer gevaarlijke vaarwater, waar allerwege zich de branding van reven vertoont en waar, nabij den Batoe Imoen, de schoorsteen van een in 't vorig jaar verongelukten Spaanschen stoomer als waarschuwend voorbeeld boven water uitsteekt. Ongeveer drie Engelsche mijlen ten zuiden van Tandjoeng Majan, de westpunt van Laoet, kwamen wij ten anker. Het eiland zelf is moeilijk te na-