Wat wij gezien hadden van de resultaten der hier met deze koffie genomen proeven was niet veel meer belovend dan op Siantan, Sedanau en bij kampong Bindjei. In de kampong Ranai hadden de kweekbeddingen, kort na de verstrekking in 1895 blijkbaar met weinig oordeel aangelegd, veel te lijden gehad van overstroomingen gedurende den regentijd, met het gevolg, dat de bibit voor het meerendeel is verloren gegaan. Wat men heeft weten te redden en hier en daar op de woonerven heeft uitgeplant, stond bij ons bezoek in 1896 treurig. Veel beter moet het volgens de hoofden gesteld zijn met de tuinen op de noordelijke en noordwestelijke hellingen van het Ranai-gebergte, waar ongeveer 11 000 plantjes in den grond zouden zijn gebracht; maar wij hadden geen gelegenheid die tuinen te bezoeken. Radja Machmoed was voornemens, met goedkeuring van het Rijksbestuur, om in het belang der koffiecultuur en van 't verkeer een goeden weg aan te leggen van kampong Tandjoeng op de oostkust over Senarë en andere kampongs naar Semedang op de westkust, met een zijweg van Sapau naar kampong Seboeng op de noordwestkust. De bevolking zou dan vrijheid krijgen aan weerszijden van den weg, die grootendeels over vruchtbare terreinen gaat, koffie te planten. Of aan die goede plannen uitvoering zal worden gegeven en de bevolking, niet vertrouwd met de cultuur en van deskundige leiding verstoken, voor aanleg en onderhoud naar behooren zal zorgen, moet de tijd leeren. Maar hoe dat zij, zeker is het dat er aan goede gronden voor koffie geen gebrek is en dat de oudere koffieboomen, die wij op verschillende plaatsen zagen, het vermoeden wettigen dat, goed aangepakt, de koffie-cultuur vooral in het Ranai-gebied alle kans van slagen heeft.
Van Senarë naar kampong Tandjoeng is het slechts een uur loopens langs een goed voetpad, dat eerst over een