Koningsbergen naar Memel in ballast varen, maken hiervan vaak gebruik ').

Dit gedeelte van het Haff, dat we bespraken, is 't Koningsberger Haff en heeft tot 5 M. diepte. Het overige, het Elbinger Haff, is gewoonlijk 8 dagen vroeger vrij van ijs. De binnenscheepvaart tusschen Elbing, Koningsbergen en Pillau, die in 1895 op 23 December ophield, werd 24 Maart 1896 hervat. Dus een vrij aanzienlijk tijdsverloop was ze gestremd.

Elbing met 45846 inwoners2) ligt 11 K.M. van 't Frische Haff landwaarts in. 't Vaarwater is minstens 2.7 M. diep. De haven ligt tusschen de „Speicherinsel" en de stad. Langs beide oevers „Am Elbing en „Am Wasser zijn steigerwerken, waarvoor 3 M. water staat.

De Boven-Elbingrivier, het Drausenmeer, de Oberliindische meren tot Osterode en Duitsch Eylau vormen een ver vertakt kanaalstelsel 3). Ook staat Elbing door een kanaal met Danzig in verbinding (zie beneden). Rechtstreeksch verkeer met den Rijn wordt ook van hier uit met stoomschepen onderhouden. Men heeft daar eene scheepsbouwwerf van den bekenden F. Schichau.

De uitvoer van Koningsbergen is zeer belangrijk en bestaat vooral uit granen, zaden, meel en hout. Ook suiker, vlas en hennep, maar in veel geringer hoeveelheid').

1) Segel-Handbuch. III. 296.

2) Bevolkingscijfers naar de volkstelling van 2 December 1895, in. Deutsche Rundschau. Marz 1898, bl. 270. 3) t- *• P- bl- 3<>3-

4) Uitvoer in 1896 in ioooen K.G.

Tarwe 200 Raap- en hennepzaad . . . 22800

Rogge ■ . . . 39600 Meel 39000

Haver 28500 Zemelen 18000

Erwten 26 300 Hout 86 400

Boonen 21300 Suiker 16000

Gerst 14800 Hennep en hennepgaren . . 17900

Linzen 11 600 Vlas en werk 14000

Lijnzaad *3 700

(Consl. Versl. Jaarg. 1898. N°. 5, bl. 61).