maar dit gebied is voor de groote scheepvaart zonder eenige beteekenis.
Van het Westeinde van de Kurische Nehrung af loopt de kust van 't nu volgend steile schiereiland Samland in Westelijke richting tot Brüster Ort, waar ze zich Zuidwaarts ombuigt. Bij dit plaatsje begint de halfcirkelvormige Danziger Bocht, die zich tot Rixhöft uitstrekt en een middellijn heeft van 100 KM. (ongeveer Amsterdam—Harlingen). Het Zuidoostelijk deel wordt ingenomen door 't Frische Haff, dat iets dieper is dan het Kurische. De Frische Nehrung, die er voor ligt en vroeger op meer dan eene plaats was doorbroken *), heeft nu slechts ééne opening, bij Pillau n. 1. In den Noordoosthoek van 't Haff valt de Pregel, waaraan Koningsbergen, in den Westhoek de Nogat met Elbing. De Westzijde van de Bocht heeft een golfbreker in de landtong Hela, bestaande uit duinen met pijnboomen begroeid *), waarachter de Putziger Wiek, die bij alle stormen uitstekende ankerplaatsen geefts). In den ZW. hoek van de bocht mondt de Weichsel, waaraan Danzig met Neufahrwasser.
Van Rixhöft tot de Oostkust van Rügen reikt de Pommersche Bocht met een diameter van 330 KM. Het Oostelijk deel is de kust van Achter-Pommeren met kleine haffen nehrungvormingen en weinig havens, want de vlakke kust is slecht en 't binnenland levert weinig op, zoodat het dun bevolkt is. We noemen alleen Kolberg, dat zijne haven dankt aan de monding der Persante.
Het Zuidwestelijk deel van de bocht reikt vrij diep landwaarts in en wordt door de eilanden Usedom en Wollin
1) Deze openingen zijn vaak door de bewoners van Dantzig met gezonken schepen verstopt, om de mededinging van Koningsbergen tegen te gaan.
2) Segel-Iiandb. III, 254.
3) Segel-Handb. III, 257.