die door werven en tuighuizen zijn omgeven, hebben eene oppervlakte van niet minder dan 200 000 M2. 1).

Van den totaal-invoer2), groot 17.2 mill. R., komt voor rekening van Engeland 6.6, van Duitschland 2.8. Nederland is de i4de in de rij met 42 000 R. Voor den uitvoer is ons land de derde met 4.5 mill. Alleen Duitschland met 7.4 en Engeland met 12.3 overtreffen het (totaal-uitvoer: 33.9 mill. R.). Ingevoerd worden machines, ijzer, haring, coprah, katoen (uit Nederland: steenkolen en cokes). Uitvoerartikelen zijn haver voor 25.4 mill., rogge 4.3 en oliezaad 1.7 (achtereenvolgens voor Nederland 7.7, waarvan veel voor Duitschland — 0.2 — o. 1). Voorts eieren. Men zou Hollandsch vee goed kunnen plaatsen. Eene directe lijn acht onze Consul gewenscht. Naar Holland vertrokken 112 schepen3).

We hebben thans nog te wijzen op de ontwikkeling van het achterland (de gouvernementen Petersburg, het doorgangsland tusschen Arctisch Rusland en Oostzeeprov. nl. Ingermanland, Esthland, Lijfland en Koerland) een over 't algemeen laag terrein; in 't Oosten begrensd dooiden Westrussischen landrug en alleen afgebroken door de Baltische Hoogten. De waterscheidingen liggen over 't algemeen zoo laag, dat tal van kanaalverbindingen aanwezig zijn.

Telt men alle kunstwaterwegen bij elkaar tusschen de omliggende zeeën: Kaspische, Witte, Oost en Zwarte zee, dan komt men tot 754 werst kanaal en 979 werst gekanaliseerde rivier, te zamen 1733 werst en daar alle waterwegen, door natuur en kunst geschapen, te zamen op Jan. 1896 69 796 werst maten, valt 1 werst kunstweg op 40 natuurlijke.

Trouwens Rusland zoekt in den laatsten tijd zijne ont-

1) Vgl. Von Zepelin, bl. 8, 9.

2) Cijfers voor 1896, zie Cons. Versl. Jaarg. 1897, N°. 42, bl. 942.

3) Maar er kwamen er slechts 7 aan uit ons land.