Alleen in 1895 kwamen er bij: fabrieken van naalden, stalen pennen, kurk, waggons en machines met eene katoenspinnerij en weverij.

Arensburg, de eenige stad op Oesel, met eene zeevaartschool sedert 1891, is als badplaats bekend. De uitvoer omvat graan, visch en vee, de invoer meel en zout. Lossen en laden geschiedt door middel van lichters.

Windau ') aan den zuidoever der rivier van dien naam. Uitgevoerd wordt vooral hout, granen, lijnzaad en spiritus.

Libau 8), de aanzienlijkste handelsstad van Koerland, neemt snel in bloei toe. Ten Zuiden van de haven ligt 't zeebad Libau (seizoen: begin Juli tot einde September). In den winter is de scheepvaart 't drukst, omdat de haven niet bevriest. Bij Oostenwinden toch (als de temperatuur 't laagst is) drijven deze 't ijs juist den haventoegang uit en 't wordt meestal niet zoo dik, dat de stoomschepen 't niet kunnen doorsnijden. De nieuwe haven krijgt 7.3 M. diepte, 't Meer van Libau is 14 KM. lang en 2.4 KM. breed. Slechts schepen van 1 M. diepgang kunnen het bevaren. De oevers zijn laag en meest moerassig, alleen bij de stad zandig ').

Meer beteekenis verkrijgt echter 't Tosmarmeer, daar dit een onderdeel uitmaakt van de reusachtige havenwerken, waarmede de stad tegen eene opoffering van meer dan 30 mill. gulden is voorzien. Hiertoe behoort de oorlogshaven „Keizer Alexander III", zoo groot, dat ze eene oorlogsvloot zal kunnen opnemen, driemaal zoo sterk, als Ruslands tegenwoordige Oostzeevloot. Naar 't Tosmarmeer leidt een kanaal van 3500 M. (breed 160 en diep 8 M.), dit bassin is bestemd voor kruisers en torpedo's. De havens,

1) Segel-Handbuch IV, 32 vlg.

2) T. a. p. IV, 25 vlg.

3) Von Zepelin, t. a. p. pag. 7.

t t