kust van Oesel is overeenkomstig met 't rotsachtig karakter van 't eiland zeer onregelmatig en ingesneden. De Oostkust van de Golf van Tamba tot den Dunamond is, voor zoover ze onder Esthland behoort, steenachtig, hier en daar ingesneden en vormt verscheidene kleine baaien. Bij Kaap Torilaid begint de bocht van Pernau. Ook daar liggen verscheidene eilanden. Hier en verder is de kust voorzien van weinig indringende bochten, het strand is vaak laag, soms moerassig of met steenen bezaaid. De Z. en Z.W.-kust van den Dunamond af tot Kaap Domesnas is laag en zandig, nu en dan komen lage duinen tot vrij dicht aan de kust. De laatste bocht levert bij Westenwinden eene goede ankerplaats. Nu blijft ons nog slechts de Moon-sont (van de Zuidpunt van Moon tot de Noordelijkste van Worms). Tusschen die eilanden grijpt 't water naar beide kanten dieper in : Westwaarts in de Kassar Wiek, Oostwaarts in de Matzala Bocht. De ondiepste plaats van den Sont is 5,2 M, zoodat hij voor tal van kustvaarders een uitstekend vaarwater is.

De havens in dit laatste gebied zijn: Hapsal, Pernau, Riga, Arensburg, Windau en Libau.

Hapsal*) met onbeteekenenden handel; 't is echter eene gaarne bezochte badplaats. Pernau 2). Uitgevoerd worden: vlas, hennep, lijnzaad en granen. Vlas maakt 75°/0uitvan het totaal. Van den export in 1896, ten bedrage van 4,8 mill. R. was 3/4 voor Engeland bestemd. Dan volgde Nederland met 1j123). De invoer bestaat uit zout, steenkolen en haring. De Pernau-rivier wordt door een „zeekanaal" geleid van 2 K.M. lengte. Aan den bodem is

1) Segel-Handb. IV, III vlg.

2) T. a. p. IV, 60 vlg.

3) Cons. Versl. 1897. No. 27.