den: katoen uit Amerika, jute (spinnerijen en weverijen zijn van veel gewicht), steenkolen, cokes en metalen (alle uit Groot-Brittanje), haring uit Noorwegen.
De uitvoer bestaat in houtwaren (vooral naar Nederland) vlas en graan. Ofschoon de reede geheel open ligt, is de onveiligheid niet zoo groot, omdat de ankergrond uitstekend is ').
Rewal*) de hoofdstad van Esthland, met Esthen, Duitschers en Russen als inwoners. De haven bestaat uit de Noordelijke of Oorlogshaven, de Oude of Koopvaardijhaven en 't Nieuwe Bassin. Dit laatste, dat door drie kaden wordt begrensd, is ruim 7 M. diep en 12000 M*. groot. Twaalf groote stoomschepen kunnen er liggen. De stad heeft dit voordeel, dat haar haven eigenlijk nooit dicht vriest. Wel stuwen Noordwestenwinden (die trouwens steeds op de reede de zee heftig in beweging brengen, omdat ze naar dien kant open ligt) het ijs uit de Finsche Golf naar binnen, zoodat dit de haven gemiddeld gedurende 5 7 dagen afsluit, thans echter door een ijsbreker open gehouden. Door den spooraanleg heeft de stad zich zeer ontwikkeld. Behalve de kustlijn loopt er eene baan naar Dorpat, enz. Ingevoerd worden hoofdzakelijk katoen en drogerijen, terwijl de uitvoer bestaat uit graan, spiritus, vlas, enz. Van den totaal-invoer, groot 53 mill. R. (1896) heeft Engeland voor de helft aandeel, die van Nederland is nog niet één mill. R. Bij den uitvoer, groot 24.3 mill. R. komt Nederland in de tweede plaats met 4.7 (haver, rogge, tarwe, gerst, eieren, lijnolie, vlas). Nabij de stad ligt de badplaats Katharinenthal, door Petersburgsche families druk bezocht.
1) Segel-Handb. IV, 167, vlg.
2) T. a. p. 148 vlg. en Nachtrag für das S.-H., Berlin 1897, IV, bl. 14, IS-
3) Cons. Versl. 1897. No. 45, bl. 1022.