een vaarwater naar Helsingfors *) leidt. Dit is de hoofdstad, tevens de grootste en schoonste van Finland (73 82c inw., universiteit, scheepvaart- en handelsschool). Als fabrieksstad is ze niet van veel belang, ook staat ze als handelsstad bij Wiborg en Abo ten achter. De haven ligt aan de Oostzijde der stad en wordt door 't eiland Skatudden , waarop kazernen en marine-inrichtingen gebouwd zijn, verdeeld in eene Noord- en eene Zuidhaven. De laatste is 't kleinst, maar gemakkelijk gelegen ten opzichte van de stad en wordt dus veel gebruikt, vooral ook omdat de invoer hoofdzakelijk voor de stad zelve bestemd is. Op 't genoemde eiland is een kolendepot. Spoorwegen verbinden de stad met Hangö, Tawastehus en Wiborg.

Een 50-tal KM. Noordoostwaarts ligt Borga aan den mond van een riviertje, 't Is een van de oudste steden van Finland , zooals nog uit den bouw en aanleg der straten blijkt. Industrie en handel (pelzen, huiden, honig, was en hout) zijn niet van belang ontbloot. In de nabijheid zijn minerale bronnen. De uitvoerartikelen komen alleen uit de naaste omgeving, omdat de spoorlijn niet naar 't binnenland gaat, maar een zijtakje is van den weg Helsingfors— Tawastehus 2).

Voorbij Lowisa met houthandel komen we aan K'ótka. Voor den mond van de Kymmene, die den natuurlijken uitvoerweg uitmaakt van een veel vertakt meergebied in Finland, ligt een groep eilanden, die een ruim, volkomen afgesloten waterbekken insluiten. Vlak voor de bocht, waarin de Kymmene valt, ligt 't eiland Kötka of Rotschensalm met 't kleine stadje, dat uit slechts enkele straten

1) Over de vesting Sveaborg, zie C. von Zepelin, Die Klisten und Hafen des Rüssischen Reiches, bl. 22.

2) Segel-Handbuch IV, 236, 237.