baan uit 't Zuiden, die om strategische redenen op eenigen afstand van de kust is gelegd. Meer en meer worden dan ook zijwegen gebouwd naar de havens en naar 't binnenland. Boden beschouwt men als het toekomstig middelpunt van Noord-Zweden. Aanvankelijk had men 't plan, den spoorweg naar de ijsvrije Noorsche kust door te trekken. En al is dit toen slechts geschied tot Ladnavara (21,5 KM. voorbij Lulea), later werd 't plan opnieuw opgevat, de lijn te verlengen tot de Victoria-haven in Noorwegen ').
't Eindpunt van den spoorweg vindt men in de Svartökade, 't wonder van Lulea2). Hydraulische werktuigen heffen de wagens, zoodat in gemiddeld 10 uur een stoomschip met erts is beladen.
Daar deze haven de Noordelijkste is van beteekenis, verdient het opmerking, dat ze in de laatste 10 jaar 't vroegst open was op 3 Mei (1887) en 't laatst 2 Juni (1893), dat ze 't vroegst werd gesloten 31 October (1894) en 't laatst 13 November (1889—90—92).
Ingevoerd werden in 1896 uit Holland 51 593 KG. rails en 630 KG. koffie.
De belangrijke uitvoer bestond uit ijzererts, teer en hout.
Uitvoer van ijzererts van teer
in mill. KG. in duiz. KG.
1892 139 1365
1894 526 435
1896 626 388
Hiervan naar Holland 326 Daarvan naar Holland 143 „ „ Duitschl. 1223) naar Noorwegen 't overige.
„ Engeland 91
1) Cons. Versl. Jiiarg. 1897, N°. 22, pag. 465.
2) Passarge t. a. p. pag. 140 vlg.
3) Vooral naar Stettin, waar Graaf Henckel von Donnersmark groote ovens liet bouwen. Passarge t. a. p. pag. 109.