St. Petersburg en tusschen twee rivieren: de Ljungan in het Zuiden en de Indals-Elf in 't Noorden. Millioenen stammen worden jaarlijks langs deze stroomen afgevoerd, bij de zee opgevangen en dan liggen ze in vlotten mijlen ver langs de kust. Wie er langs vaart, ziet kolenmeilers en zagerijen, die van den reusachtigen houthandel getuigen. Passarge ') vergelijkt Norrland, dat we hier betreden, bij de Westelijke Staten van de Amerikaansche Unie, terwijl hij Zuid-Zweden met Stockholm beschouwt als de Oostelijke Staten met New-York. Sundsvall is dan voor hem het S. Francisco, de toegangspoort tot dit opkomende toekomstterrein s). Naar Nederland voert het hout uit en vandaar spiritualiën, meel en koffie in. Tot dit district behooren 55 havens, die alle in den besten toestand verkeeren en waar alle schepen gemakkelijk kunnen laden").

Hernósand, ligt ten Zuiden van den mond der Angermanna-Elf. De haven, die ± 7 maanden vrij van ijs is, heeft eene diepte van 10 tot 30 M. en is ruim genoeg voor geheele vloten, 't Diepst gelegen gedeelte is geheel beschermd4). Van de 1098 vaartuigen, in 1896 uitgeklaard, vertrokken er 353 naar Engeland, 198 naar Frankrijk, 174 naar Denemarken, 166 naar Duitschland en 98 naar Nederland. De handel met ons land breidde zich uit5).

1) T. a. p. Seefahrt von Stockholm nach Haparanda, bl. 95—141.

2) 't Vinden van eene goudbedding ten Noorden van Boven-Tornea zal die toekomst wellicht verhaasten. Vgl. Rundschau, 1898 bl. 187.

3) Cons. Verslag over 1896.

4) Segel-Handbuch. V. 103.

5) Dit blijkt uit 't aantal uitgeklaarde schepen. Naar Nederland vertrokken met hout in 1883: 41 schepen 13 201 ton, 1892: 106 schepen 55503 ton en ook uit 't uitvoercijfer. Want van den export, die uit hout en duigen bestaat, en die in 1891: 210685 stand en in 1896: 199807 stand bedroeg, was achtereenvolgens voor Nederland bestemd: 19721 en 26981 stand. (C. V. over 1896).