Het spreekt van zelf, dat men zich ook met de stróómende wateren bezighield, echter meest met technische en practische oogmerken.

Maar, er is de verandering van de laatste jaren. Klaagde, in 1889 ') de heer Niermeyer nog over de weinige onderzoekingen omtrent de verhouding tusschen den neerslag en den waterafvoer in de riviergebieden van Europa, iemand, die thans over ditzelfde onderwerp las, zou meer materiaal ter zijner beschikking hebben. Het zijn ook hier weder Penck en zijne leerlingen geweest, die den grondslag legden voor de kennis der stroomende wateren of de potamologie, als derde der zusterwetenschappen. Rykatschew, Schreiber, Gravelius zijn enkele van de vele potamologen, die genoemd zouden kunnen worden.

Indien één land in aanmerking komt als veld van onderzoek, dan is het zeker het onze. Dr. H. Blink heeft ons verrijkt met grondige studiën over de waterbeweging en het slibgehalte onzer groote rivieren; doch veel blijft nog te doen over, ook na het verslag der Staatscommissie over bevloeiing, dat onlangs is publiek geworden.

Daarom mag de aandacht gevestigd worden op het tijdschrift, waarvan de titel hierboven afgeschreven is Zoo juist is de allereerste aflevering verschenen. En op de allereerste bladzijde leidt Penck het nieuwe tijdschrift in met een opstel: Die Flusskunde als ein Zwelg der physikalischen Geographie.

De potamologie of de kennis der stroomende wateren houdt zich volgens Penck bezig met:

1. het probleem der waterbeweging;

2. de waterhoeveelheid en de schommelingen in den waterstand;

3. den invloed der rivier op hare bedding;

4. de verspreiding der stroomende wateren over de aardoppervlakte;

5. het stroomende water als verblijfplaats van levende organismen.

Bij de leer der waterbeweging komen drie factoren in aanmerking,

namelijk de krachten, die van invloed zijn op die beweging; hun aard; en de weerstand, dien ze ondervinden. Tot heden toe is slechts op den eersten en laatsten factor de aandacht gevestigd en zijn daarvoor door Ganguillet, Kutter e. a. formules gegeven. Waar is, dat deze formules den invloed der middelpunt vliedende kracht veronachtzamen; het verband van deze met de geographische breedte moet ook in het oog gehouden worden. Voorts houden die formules geene rekening met de gesteldheid der bedding en den aard der watermassa, waardoor de mate

zij het niet geheel, dan voor zoover mogelijk, bewerkt volgens 'iet klassiek program door Forel in het Rapport van het Vide internationale geographen-eongtes neergelegd. ]) Handelingen van het 2e Ned. Natuur- en Geneesk. Congres.