hoeverre hij daarvan gebruik heeft gemaakt, en, in geval van afwijking, waarom hij dit deed, en om welke redenen sommige gegevens verkozen werden boven andere, indien er — wat meermalen voorkwam — tegenstrijdigheid in de bronnen bestond.
De uitgevers voegen daarbij een kort woord, waarin zij o. m. den stand der goudproductie in de laatste jaren, in vergelijking met nu ter sprake brengen; waarin zij de goudproductie en exploitatie op reusachtige schaal in sommige deelen van den aardbodem in herinnering brengen, maar tevens er op wijzen, hoe door de verbeterde methoden van goudwinning, ook de exploitatie van minderwaardige vindplaatsen thans nog loonend kan zijn. Even openhartig als de auteur waarschuwen zij tegen een onvoorwaardelijk als juist aannemen, van deze kaart.
Het „Overzicht van de Verdeeling enz." vermeldt de administratieve indeeling en de bestuurshoofdplaatsen, de grootte en de bevolking van ieder district of rijkje, de standplaatsen der voornaamste districtshoofden, alsmede de hoofdplaatsen van de rijkjes.
Van de „Concessien tot Mijnontginning" — tot nu toe drie in getal — en van de talrijke „Vergunningen tot mijnbouwkundige opsporingen" worden vermeld: de afdeeling en het district of rijkje, waarin zij gelegen zijn, de namen der eigenaars, en de data der gouvernementsbesluiten waarbij zij verleend werden. Met behulp van de, in de kaart (in rood) en in de opgave vermelde, correspondeerende, nummers kan verder, in verband ook met de in rood aangegeven grenslijnen, de meest waarschijnlijke ligging en uitgestrektheid der perceelen worden nagegaan.
Van de aangevraagde vergunningen tot mijnbouwkundige opsporingen worden opgegeven de namen, de ligging en de namen der aanvragers.
Voorts volgt eene opsomming van de, tot nu toe opgerichte goudmijnmaatschappijen , met de namen der directeuren en commissarissen, alsmede de grootte der kapitalen, waarover deze lichamen vermeenen te zullen beschikken; van de twee oudsten dier maatschappijen, nl. de N. I. Mij nbouw-Maatschappij en de Soemalata-Maatschappij wordt bovendien een kort overzicht gegeven, overgenomen uit het Algemeen Handelsblad.
Eenige zeer interressante „aanteekeningen over de goudmijnen van Gorontalo" reeds in 1845 geleverd door A. J. Bik in het Tijdschrift van Nederlandsch-Indië, alsmede een „berigt aangaande de goudmijnen op de kust van Celebes" in 1781 door G. F. Duhr gegeven in de Verhandelingen van het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen, besluiten deze „Handleiding".
De prijs der kaart met handleiding is: onopgeplakt in étui ƒ 7,50, opgeplakt op linnen in étui of met rollen en vernist f 10,—.