In de eerste plaats moet in het algemeen opgemerkt worden, dat de zaden der Myristicaceae hun kiemkracht spoedig verliezen, dat zij niet lang op zeewater kannen drijven en daarbij spoedig door de indringende zouten gedood worden, dat zij eindelijk niet in het bezit zijn van zweefinrichtingen, maar uitsluitend verspreid worden door vogels, die den zaadrok eten en die zoo groot zijn, dat zij het geheele zaad kunnen inslikken of ten minste in hun krop kunnen bergen. Het gevolg hiervan is, dat deze planten op oceanische eilanden niet voorkomen, maar alleen op een vasteland of op zulke eilanden, die in vroegere perioden van de aarde deel hebben uitgemaakt van een vasteland. Daar de planten koude moeilijk verdragen kunnen en evenmin een langdurige droogte vindt men ze uitsluitend in vochtige tropische laaglanden.

Van de Aziatische geslachten ontbreekt Myristica in het Noorden van Voor-Indie, komt daarentegen voor in Zuid-Indië en Ceylon, verder op het Maleische schiereiland, de Groote Soenda-eilanden, de Molukken en bereikt het hoogtepunt van zijn ontwikkeling in Papoeasie, terwijl het het eenige geslacht van de familie is, dat oostelijk van daar in Australië en Polynesie nog gevonden wordt. Horsfieldia verspreidt zich van de Oostelijke Himalaya en het Westen van Achter-Indië over het schiereiland Malakka door geheel Malesië en Papoeasie. Gymnacranthera en Knema komen in heel Insulinde, de Philippijnen en Malakka voor, terwijl beide een enkelen vertegenwoordiger bezitten in het Zuiden van Voor-Indie.

Uit de verwantschap van de daar voorkomende soorten blijkt weer hoe nauw Sumatra en het schiereiland Malakka samenhangen; daaraan sluiten zich aan den eenen kant aan Banka, aan den anderen kant de Andamanen. Ook de soorten van Borneo zijn met de hiergenoemde verwant, zij het ook in mindere mate, terwijl daarentegen Java veel meer geïsoleerd staat. De lijn van Wallace blijkt ook bij deze familie van secundaire beteekenis te zijn; alle geslachten, zelfs secties van geslachten overschrijden de lijn, ja zelfs enkele soorten komen aan beide zijden van die grens voor; daarbij dient echter wel in het oog gehouden te worden, hoe weinig Celebes plantengeographisch nog bekend is.

Op de Philippijnen komen niet veel soorten voor; enkele daarvan vindt men ook op Borneo, andere toonen verwantschap met soorten van Celebes, de Molukken en Papoeasie. Noordelijk van Luzon wordt geen vertegenwoordiger van deze familie meer aangetroffen.

De afscheiding van Oost-Malesië en Papoeasie is bij de Myristicaceae wel merkbaar, maar toch slechts van secundaire beteekenis. Alle geslachten en ondergeslachten overschrijden de grens, maar van de 45 papoeasche soorten komen er slechts twee in Malesië voor. Oostelijk van Nieuw Guinea neemt het aantal soorten snel af. Daarentegen vinden wij een