verklaring en bijzonderheden dienen vooraf te gaan in de „Einleitende Bemerkungen".
Temeer ware dit noodig geweest, omdat in de beschrijving der „weitere Gestaltung der einzelnen Landestheile bis zur Gegenwart" de meestal tijdelijke overstroomingen ten gevolge van stormvloeden verward worden of liever dooreengemengd met de blijvende grondverliezen door afschuivingen en vallen veroorzaakt. Zoo leest men op bl. 44 dat Tholen sedert de overstrooming van oostelijk Zuid-Beveland aan zijne zuidkust veel te lijden had door die vergrooting van den aangrenzenden zeeboezem. Dit heeft natuurlijk betrekking op het hooger opwaaien der stormvloeden, maar wat het aantasten van de onderzeesche oevers betreft, deze werden door het verwijden van bedoelden zeeboezem meer gebaat dan geschaad. Nu volgt op genoemde mededeeling: „Es kam eine vollstandige Uinwalzung in das Deichweisen und trotz der ungeheuren Kosten, welche auf die Erhaltung der angegriffenen Küste verwendet wurden, mussten spater doch nicht geringe Flachen Landes dem Wasser überlassen werden". Hiermede wordt zeker een terugtrekken met inlaagdijken bedoeld, dus een gevolg van vallen. En dan weer: „Die Fluthen von 1532, 1570 und 1671 und besonders die von 1682 brachten weiteren Schaden; auch in den Jahren 17x5, 1808 und 1825 wurde das Land von Ueberschwemmungen heimgesucht". Maar dit was weer een geheel andere soort van schade, die met grondverlies niets te maken had.
Zoo leest men ook bij de beschrijving van Schouwen (bl. 38): „In der Weihnachtsnacht 1519 ereignete sich ein Uferfall, wie er an Ausdehnung noch nicht erlebt worden war und dem bald darauf noch ein Zweiter folgte. Eine Untersuchung der Deiche (?) liesz die Befürchtung aufkommen, dass man sich auf noch Schlimmeres gefasst machen musste .... Nach Ablauf der 18 Jahre sah es jedoch nicht viel besser aus, denn im Jahre 1538 zeigte die Insel schon eine bedenkliche Halbmondform" (dit kwam dus door valleti).... Durch die Ueberschwemmung vom 1532 wurde der fruchtbarste Theil Schouwens heimgesucht (door dijkbreuken).... Die Wasser nagten unaufhaltsam weiter, Schritt für Schritt musste man sich durch Einlagen zurtlckziehen", (door vallen). Enz.
Ook bij de behandeling der andere eilanden zijn de beide oorzaken van tijdelijke en blijvende verliezen der bewoonbare oppervlakte niet scherp uiteengehouden. Bij die van Zeeuwsch-Vlaanderen wordt in 't geheel niet (nl. niet in de beschrijving van deze onderafdeeling) van de ook daar zoo groote grondverliezen door vallen gesproken.
Van eene begripsverwarring bij den Schrijver zeiven is geen sprake. Uit volgende hoofdstukken blijken zijne juiste inzichten omtrent aard en