Maar veelal wordt dit groote voordeel in Duitschland zelf niet erkend, althans niet openlijk, en spreekt men daar gaarne van een andere beweegreden van veel verder reikende gevolgen voor den aanleg der verbinding van Dortmund met den Rijn : het onafhankelijk worden van Holland.

In de zitting van den Pruisischen Landdag van 13 Febr. 1889 sprak de bekende leider van het centrum, Dr. Windhorst, de merkwaardige woorden, door mij 0. a. reeds in dit Tijdschrift aangehaald1), waarin hij deed uitkomen dat de „Unabhangigkeit unseres ganzen Handels von den Willen Hollands", die juist door de verbinding van het kanaal met den Rijn zou zijn te verkrijgen, het hoofdmotief was geweest, waarom hij en de Rijnlanders voor den aanleg van een Rijn-Eems-Kanaal hadden gestemd.

Het is mogelijk dat deze woorden niet uit „politieke overwegingen" maar geheel te goeder trouw werden gesproken, — moeilijk is het echter aan te nemen dat zij eene juiste voorstelling der zaak gaven.

Want zou men werkelijk meenen, dat onder de geschetste omstandigheden, Zuidwest- en West-Duitschland hun zeehaven zullen gaan zoeken te Emden in plaats van te Rotterdam. Kan men werkelijk gelooven, dat de schepen van Mannheim, Frankfort, Keulen, enz., kleiner dan 700 ton, te Ruhrort of Duisburg zullen overgaan op een kanaal met 26 schutsluizen (tusschen den Rijn en Dortmund zijn er nog 7 noodig), waarop de reis naar zee 6 è, 7 dagen duurt, in plaats van den openen nog 75 K. M. korteren weg te volgen naar Rotterdam, dat te bereiken is gesleept in i1/,, zeilend in 2 k 3 dagen.

En welke Rijnschepen, grooter dan 700 ton, zullen te Ruhrort gaan overladen op kleine vaartuigen om hunne lading daarmede tot bij de zee te brengen langs een peuterig kanaaltje met tal van sluizen in plaats van langs eene open en diepe rivier?

Alleen om de goederen zoolang mogelijk „im grossem Vaterlande" te laten blijven? Maar het is toch zeker geen vaderlandsch belang den handel langs minder voordeelige wegen te leiden. Dat „unabhangig von dem Hollandischen Zwischenverkehr" is een mooi woord, maar zal de handel die onafhankelijkheid koopen voor hoogere vrachten en langere reizen ?

Het ware belang van een deel van Westfalen, enz. bij het tot standkomen der verbinding met den Rijn wordt ook in Duitschland wel ingezien, al spreekt men van het zich onafhankelijk maken van Holland, enz. Dit blijkt o. a. uit hetgeen afgevaardigden in genoemde zitting van den Pruisischen Landdag zeiden, b.v. de afgevaardigde Hammacher:

1) Tweede Serie, Dl. XII, bl. 180.