sum-Emden al of niet gebruiken. De goederen worden daartoe in 3 klassen verdeeld: de ruwste, massale goederen zooals kolen, erts enz. betalen het minst, die van de meeste waarde, zooals ijzerwaren, machineriön, graan, enz. het meest. Om het verkeer langs het kanaal te trekken zullen de tarieven voor de eerste vijf jaren na de opening belangrijk minder zijn dan later, vooral voor goederen der laagste klasse. Voor eene lading goederen der 3e of laagste klasse van 600 ton zal dus voor de reis van Dortmund tot Emden moeten betaald worden ongeveer 35 gulden, na 5 jaar 107 gulden — welke cijfers voor goederen der ie of hoogste klasse resp. 180 en 252 gulden zullen bedragen.

Hoe nu in verband met deze beide omstandigheden, gering laadvermogen der vaartuigen en de aanwezigheid van tollen, de „Frachtenerbilligung gegentlber Rotterdam", om met den Heer Matthies te spreken „volgens berekeningen van verschillende zijden", voor erts en kolen 1 Mark per ton zouden kunnen bedragen, verklaar ik niet te begrijpen.

Thans nog iets omtrent eene verbinding van het Dortmund-Eemskanaal met den Rijn, hetzij deze door eene Lippe-Linie of eene Süd-Emscherlinie of wel door beide tot stand komt.

Van zulk eene verbinding zouden behalve Dortmund nog andere groote industrieplaatsen als Elberfeld-Barmen en Essen misschien gebruik maken, voor aanvoeren van Elbe-, Wezer- en Oostzeegebied, waarbij dan verwerkte ijzerwaren, en manufacturen retourvrachten kunnen vormen. Maar zeker is het dat die verbinding in de eerste plaats van groot belang zal zijn voor het geheele gebied van den Rijn tot en met Dortmund en omstreken, omdat dit daardoor in direkte gemeenschap te water komt met den Rijn zei ven en daarmede met een der gunstigst gelegen groote havenplaatsen van het vasteland: Rotterdam.

Dit is het groote voordeel voor dit zoo bij uitstek nijvere gebied van Duitschland. Dit kan o. a. blijken uit eene vergelijking der onkosten van vracht, kanaaltol, overlading en havengelden in de Rijnhavens bij een vervoer langs het kanaal met die langs de spoorwegen daarheen. Zie o. a. Der Dortmund-Rhein Kanal. Herausgeg. v. d. Ver. z. Förd. d. Erbauung eines Kanals v. Dortmund n. d. Rheinhafen Duisburg-Ruhrort, 1894. S. 19 — waar wij de cijfers vinden, die aantoonen dat voor steenkolen die op de Rijnschepen moeten overgeladen worden de onkosten per spoor van Dortmund naar de Rijnhavens 2 & 3 maal zoo hoog zijn als die bij vervoer langs een kanaal. Hierbij moeten wij ook in het oog houden, dat eene zeer groote hoeveelheid steenkolen in de Rijnhavens aangevoerd wordt, die nog geen afzet gevonden heeft en dus aldaar eerst in depot moet worden opgeslagen,