Volgens de zendelingen leeren de Dajaks zeer gemakkelijk; kinderen kunnen reeds vrij spoedig lezen en ook het schrijven gaat vlot van de hand. De reden waarom de Dajaks er over het algemeen zoo weinig voor te vinden zijn, om tot het Christendom over te gaan, schijnt hoofdzakelijk daarin gezocht te moeten worden, dat zij ongaarne van al de vrouwen, die zij er meer dan één hebben, afstand doen. Het hoofd der Ott-Danom uit de Mirih, maakte in 1894 reeds aanstalten om tot het Christendom over te gaan; het hoofd uit de Kahajan, had daarin, wat zijn persoon betreft, geen zin, maar beloofde wel, alle kinderen, die hij reeds bij zijne 9 vrouwen had en nog krijgen zou, te zullen laten doopen.
Den i3<ien Juü zette ik mijne reis van Tg. Koeroen stroomafwaarts voort; hetgeen ik gedurende die reis aan wetenswaardigheden op ethnographisch of geographisch gebied vernam, deelde ik hiervoren in hoofdzaak reeds mede of is op bijgevoegde kaart aangegeven. De tocht was uitermate eentoonig, links en rechts ziet men niets dan over het algemeen dicht begroeid heuvelland, nu en dan afgewisseld door meerendeels zeer armoedige nederzettingen , waar men hoogstens een 5 a 1 o-tal bouwvallige huisjes ziet staan.
Hier en daar, in het bijzonder waar voetpaden naar het binnenland leidden, onderbrak ik de reis om de omgeving te verkennen. Den nacht bracht ik meestal in mijn bidar door, want het logies, dat men mij aan den wal aanbood, kon mij zelden bekooren. Eene uitzondering hierop maakten Toejoen en Tg. Roengan.
Toejoen is een groote plaats, waar men een 30-tal flinke, goed onderhouden huizen aantreft; de Gouvernementsstoomers kunnen de Kahajan in den regel tot deze kampong opstoomen doch alleen bij hoogen waterstand