Roengan is een zendeling gevestigd — het Kahajan-stroomgebied reeds gedurende een .5 eeuw tot arbeidsveld gekozen hebben, geloof ik niet, dat het aantal tot het Christendom overgegane Dajaks zoo groot is, als men zou mogen verwachten, maar gelukkig kunnen de Maleiers, die hier natuurlijk nog sinds veel langeren tijd propaganda voor hun godsdienst maken, op niet meer succes bogen.

Gelukt het den zendelingen al niet om een groot aantal Dajaks te doopen, het is er echter verre van daan, dat hun arbeid daar vruchteloos zou zijn. Integendeel, het N. I. Gouvernement kan de diensten van hen, die zich voor dezen weinig benijdenswaardigen werkkring beschikbaar stellen, m. i. niet genoeg op prijs stellen, want zij zijn de pioniers der beschaving in de binnenlanden. Van het schoolonderwijs, dat door hen dagelijks gegeven wordt, maakt de Dajaksche jeugd met graagte gebruik en dank zij dat onderwijs hebben reeds tal van Dajaks in de Kahajan schrijven en lezen geleerd en is het Gouvernement in staat uit die elementen de inlandsche bestuursambtenaren te kiezen.

Als bewijs hoe dat onderwijs ook door de Dajaks op prijs gesteld wordt, kan dienen, dat de beide stamhoofden der Ott-Danom uit de boven-Kahajan en de Mirih, reeds nadat zij als zoodanig waren opgetreden, zich een tijd lang te Tg. Koeroen gevestigd hebben om te leeren lezen en schrijven.

Vreemd keek ik op, toen ik te Sëpang te midden van de Dajaks logeerende, onder de liederen, welke de jeugd zong, ook de wijze van ons volkslied hoorde. De kinderen, die dit te Tg. Koeroen en Roengan leerden, brachten het naar hunne negorijen mede en spoedig zong iedereen het.