scheiding over naar de S. Pasil, die in de Samba uitmondt, 2 uren boven het punt waar laatstgenoemde rivier in de Katingan uitkomt.
2°. Van Tg. Miwan, tusschen Koeroen en Toejoen aan de Kahajan, gaat een voetpad, waarlangs de Dajaks in 2 2 dag naar Tg. Djoetoeh aan de Roengan marcheeren of naar de bronnen van de S. Kadjang, een linkerzijrivier van de Roengan. Het pad, dat bij Djoetoeh uitkomt, kan men nu westwaarts vervolgen; het snijdt de Kadjoëi bij Hoedjoeng en voert naar de bronnen der S. Pami, een linkerzijriviertje van de Mënoehing. Van Djoetoeh tot de Mënoehing duurt de reis eveneens 22 dag. In laatstgenoemde rivier gekomen, vaart men haar af tot de rechterzijrivier de S. Mensiam, van wier bronnen een voetpad in westelijke richting naar de Katingan gaat.
Dit zijn de voornaamste verbindingswegen tusschen Kahajan en Katingan; op de kaart heb ik nog enkele andere aangegeven, die mij eveneens genoemd zijn, maar die men niet anders dan bij name kende en zoo zullen er ongetwijfeld nog wel vele andere zijn, want zooals ik boven reeds opmerkte, het terrein legt hier aan den Dajak op weinig plaatsen zulke moeilijkheden in den weg, dan dat deze hem bepaald zouden beletten in de gewenschte richting door te dringen. Meer zuidwaarts in het lagere terrein wordt dat echter anders; in dien moerassigen bodem zoekt men te vergeefs naar verbindingswegen tusschen Kahajan en Katingan; de enkele voetpaden, welke ik in westelijke richting van de Kahajan zag uitgaan, werden mij gezegd slechts een eind weegs het land in te voeren, nl. tot daar waar men in het binnenland producten gaat verzamelen.
Na met het vorenstaande een overzicht te hebben ge-