Nangah Pinoh in de Mëlawi uitmondt. Dit stroomgebied heeft langen tijd een twistappel gevormd van de vorsten van Sintang en Kota Waringin; nu eens gelukte het den een, dan weer den ander, zijn invloed daar in meerdere mate te doen gelden.
Eerst tegen de helft van deze eeuw kwam daaraan een einde; toen schaarden de hoofden van het N. gedeelte van het stroomgebied, d. i. ongeveer het gedeelte ten N. van de plaats waar de rechterzijtak de Këlawai in de hoofdrivier valt, zich onder Sintang en die van het overige gedeelte — het tegenwoordige Pinoh-district — onder Kota Waringin.
Niet alleen omdat het oneigenaardig was, dat zoodoende een deel van het Kapoewas-stroomgebied, dat overigens geheel tot de W.-afdeeling van Borneo behoort, eene onderhoorigheid uitmaakte van het tot de Z. en O. Afdeeling behoorende Kota Waringin, maar vooral, omdat de bestuurders van laatstgenoemd rijk weinig gezag bleken te kunnen uitoefenen in het Pinoh-district, zoodat diens bevolking aan schier elke controle onttrokken was, werd het allengs het streven der Regeering om den vorst van Kota Waringin te bewegen, zijne rechten op het Pinoh-district aan het N. I. Gouvernement af te staan.
Dit gelukte in 1893 en reeds spoedig bleek, dat de Pinohhoofden, die in Maart 1894 hunne opwachting maakten bij den Resident te Pontianak, daarmede genoegen namen.
Het district bestaat uit de 8 landschappen Nangah Pak, Karangan Poeroeng, Këpala Gading, Nangah Sajang, Kota Baharoe, Madoeng, Nangah Sokan en Laman Tawa, welke alle hun eigen hoofd hebben behouden, dat in den vervolge echter door den Resident zal worden benoemd en ontslagen. Die hoofden besturen thans in gemeenschappelijk overleg en onder leiding van den controleur te Nangah