brachte Verslagen, wordt overgegaan tot het verkiezen van nieuwe bestuursleden in de plaats van de aftredende heeren: Dr. H. F. R. Hubrecht (herkiesbaar), Prof. Dr. J. J. M. de Groot, F. Adama van Scheltema, Jhr. Mr. W. Elout van Soeterwoude, J. Kuyper, Prof. Dr. P. A. van der Lith, F. de Bas, Prof. Dr. G. A. F. Molengraaff, en ter vervulling van eene nog bestaande vacature, uit de volgende drietallen :
i. Dr H. F. R Hubrecht (herkiesbaar), Dr. H. Blink en S. P. van Eeghen. 2. A. A. Beekman, Dr. C. Kerbert en L. P. D. Op ten Noort. 3. Prof. Dr J. R. P. F. Gonggrijp, H. J. Rahusen en A. Roel vink. 4. Jhr. Mr. J. van Doorn, A. Stoop en Dr. J. J. Terwen. 5. W. van Hasselt, Dr. E. van Rijckevorsel en Prof. Dr. C. H. Th. Bussemaker. 6. Prof. Dr. Max Weber, Prof. Dr. F. J. P. van Calker en C. H. Cornelissen. 7. A. Mensing, B. Heldring en A. P. Hooghwinkel. 8. Dr. Hendrik P. N. Muller, R. Schuiling en Mr. J. H. Fransen van de Putte. 9. P. E. Tegelberg, Mr. O. J. H. Graaf van Limburg Stirum en Dr. J. A. Stricker.
De Voorzitter verzoekt de heeren Thorbecke en Dr. Blink zich te willen belasten met het opnemen der stemmen. Gekozen worden de heeren Dr. H. F. R. Hubrecht, Prof. Dr. J. R. P. F. Gonggrijp, Jhr. Mr. J. van Doorn, W. van Hasselt, Prof. Dr. Max Weber, A. Mensing, Dr. Hendrik P. N. Muller, P. E. Tegelberg en A. A. Beekman, laatstgenoemde na herstemming met den heer Dr. C. Kerbert.
De heer F. Adama van Scheltema had zich wegens drukke bezigheden niet weder herkiesbaar gesteld.
De Voorzitter brengt aan de afgetreden Bestuursleden namens de Vergadering dank voor hetgeen zij ten behoeve van het Genootschap verricht hebben.
Na de pauze houdt alsnu de heer P. C. van der Willigen, Kapitein bij den Gen. Staf van het N. I. leger eene zeer belangwekkende voordracht over zijne reis in 1894 dwars door Borneo langs de Kapoeas en de Melawi opwaarts, over de waterscheiding en langs de Kahajan stroomafwaarts. Deze voordracht zal in haar geheel in het Tijdschrift worden opgenomen.
Vervolgens spreekt de heer W. Toose over de Oostzee en hare beteekenis voor handel en scheepvaart. Ook deze bijdrage zal in het Tijdschrift verschijnen.
De Voorzitter zegt, onder toejuiching der Vergadering, beiden sprekers dank voor hunne belangrijke mededeelingen, en sluit daarop de Vergadering.