maar uit een nieuwen krater aan den voet van den berg, in de glooiing tusschen den Lamongan en den Goenoeng Kènèk op een hoogte boven zee van niet meer dan 300 a 400 meter, terwijl de Lamongan zelf 1650 meter en de Goenoeng Kènèk 430 meter hoog zijn.

Zooals bekend is, heeft de vulkaan Lamongan vóór September 1896 geregeld gewerkt en dagelijks een vuurstroom uit den krater ontlast. In die maand heeft een groote uitbarsting plaats gehad, en sedert heeft de geregelde ontlasting van de vulkanische massa s uit den ouden krater opgehouden.

Het is niet onmogelijk, dat de oude krater is verstopt geraakt, en de vulkanische stoffen en gassen, geen anderen uitweg vindende, zich met geweld door de aardlaag hebben heen gewerkt.

Wanneer men een blik op de kaart werpt, dan ziet men, dat in een ongelijke kromme lijn rondom den voet van den Lamongan zich een aantal meertjes bevindt, omsloten door min of meer hooge wanden b.v. Ranoebedali, Ranoe Klakah (bij de controleurswoning), Ranoepakis, Ranoe Lading, Ranoewoering, Ranoelogong en andere.

Die meren zijn oude kraters, welke hun ontstaan eveneens aan dergelijke eruptiën hebben te danken, en ik stel mij voor dat, wanneer de tegenwoordige nieuwe krater eens zal zijn uitgebrand, daar een dergelijk meer

zal gevormd worden.

Op de topografische gekleurde kaart is de plaats van den nieuwen

krater gemakkelijk te vinden.

Op de Goenoeng Kènèk staat een triangulatie-pilaar, waarbij als hoogtecijfer 430 M is vermeld. Trekt men van daar een rechte lijn naar den krater van den top dan heeft men op ongeveer >/3 van de lengte van de lijn, gerekend van die pilaar, de plaats van de tegenwoordige eruptie.

Over de uitbarsting van den Lamongan wordt door de Java Ct. aan

een rapport van den assistent-resident van Loemadjang, dd. 15 Februari, nog ontleend:

„Twee lavastroomen, welke zich van uit den nieuwen krater hadden gevormd, en waarvan de eene in westelijke en de andere in zuidelijke richting zich langzaam voortbewoog, zijn sedert tot staan gekomen op een afstand van respectievelijk ongeveer twintig en driehonderd meter

van het erupliepunt.

De laatstbedoelde kwam tot dicht bij den noordkant der koffieaanplantingen der dessa's Tegalrandoe en Mlawang en heeft het reservebosch over een breedte van ± 150 meter geheel verwoest en bedolven.

Van een krater is niets meer te zien; alleen vindt men een bergje van rookende steenen. Gevaar dreigt nergens meer.