resak vervaardigd, en voor het korte dunne mastje wordt

bintangoer gebezigd. Ter rechterzijde is aan het boord der kolek's een eigenaardig uitgesneden haak aangebracht voor

het aanslaan van den schoot. Ze worden met een dubbele pagaai, gelibat, voortbewogen , of door middel van een klein driehoekig zeiltje, en vliegen dan als meeuwen over het water.

De djoekoeng, die ongeveer dezelfde grootte heeft, is aan den voor- en achtersteven minder omgebogen en dikwijls van vlerken voorzien; ook is dit vaartuigje gewoonlijk niet zoo netjes afgewerkt en niet van zulke uitgezochte houtsoorten vervaardigd.

De gesteldheid van het terrein bewijst de juistheid van Netscher's meening, dat de baai vroeger dieper het land ingeloopen heeft en dat door aanspoeling van zand aan de oostzijde van de baai een landtong is gevormd, die thans het diepst landwaarts gelegen gedeelte nagenoeg omsluit. Een kreekje, waarvan de monding met ebbe bijna droog valt, verbindt de baai met de kom achter de landtong, en splitst tevens de kampong in twee ongelijke deelen. Het oostelijke, kleinere deel wordt bijna uitsluitend door Chineezen, en het westelijke door Maleiers bewoond. Daar geen brug over de kreek geslagen is, vermoedelijk omdat vele inlandsche vaartuigen die inloo-

Kolek.

Schootshaak.